Tongue: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

tongue:
- verschuifbare sluiting; grendel; tong; schuif; schoot; taal; spraak; klepel; kleppel
Wiktionary:
- tongue → tong
- tongue → tong, taal

Engels

Uitgebreide vertaling voor tongue (Engels) in het Nederlands

the tongue (bolt; latch; clasp-fastening; spring-bolt; catch)
verschuifbare sluiting; de grendel; de tong; de schuif; de schoot
- verschuifbare sluiting [znw.] zelfstandig naamwoord
- grendel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tong [de ~] zelfstandig naamwoord
- schuif [de ~] zelfstandig naamwoord
- schoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the tongue (language; speech)
de taal
- taal [de ~] zelfstandig naamwoord
the tongue (language; speech)
de spraak
- spraak [de ~] zelfstandig naamwoord
the tongue (clapper)
de klepel; kleppel
- klepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kleppel [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grendel	bolt; catch; clasp-fastening; latch; spring-bolt; tongue	bolt; clasp
klepel	clapper; tongue
kleppel	clapper; tongue
schoot	bolt; catch; clasp-fastening; latch; spring-bolt; tongue	cutting; lap; shoot; sprig; sprout; uterus; womb
schuif	bolt; catch; clasp-fastening; latch; spring-bolt; tongue	bolt; clasp
spraak	language; speech; tongue
taal	language; speech; tongue	language
tong	bolt; catch; clasp-fastening; latch; spring-bolt; tongue	lemon dab; lemon sole; sole
verschuifbare sluiting	bolt; catch; clasp-fastening; latch; spring-bolt; tongue
-	clapper; glossa; knife; lingua; natural language; spit
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schoot		lap
-	clapper

metal striker that hangs inside a bell and makes a sound by hitting the side¹
the flap of material under the laces of a shoe or boot¹
a mobile mass of muscular tissue covered with mucous membrane and located in the oral cavity¹
a human written or spoken language used by a community; opposed to e.g. a computer language¹
a manner of speaking¹
- he spoke with a thick tongue¹
- she has a glib tongue¹
the tongue of certain animals used as meat¹
a narrow strip of land that juts out into the sea¹
any long thin projection that is transient¹
- tongues of flame licked at the walls¹
lick or explore with the tongue¹
articulate by tonguing, as when playing wind instruments¹

tongue

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• tongue	→ tong	↔ Zunge — Anatomie: das bewegliche Organ im Mund, mit dem man schmeckt, schleckt, leckt, die Nahrung hin und her schiebt und spricht
• tongue	→ tong	↔ langue — Organe musculaire charnu et mobile de la bouche.
• tongue	→ taal	↔ langue — Système d’expression.