Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- strip:
-
Wiktionary:
- strip → stripboek, landingsbaan, koopgoot, baan, reep
- strip → strippen, uitkleden, asfalt, strook
- strip → verwijderen, afhalen, band, reep, strip, strook, windsel, riem, gappen, ontvreemden, stelen, afpellen, jassen, schillen, beroven, ontnemen, ontdoen, ontvellen, stropen, villen, ontbloten, ontdekken, flard, vodje, lap, lomp, lor, tod, vod, lijn, streep, streek, schreef, straal, scheiding, haarscheiding, haal, schrap, wapenbalk
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- strip:
- strippen:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor strip (Engels) in het Nederlands
strip:
-
the strip (label)
-
the strip
-
the strip
-
to strip (do a striptease; undress)
-
to strip (take advantage of; exploit; bare)
-
to strip
-
to strip (graze; fleece; skin; debark)
-
to strip (bare; uncover)
-
to strip (take someone to the cleaner's; fleece; clean out)
Conjugations for strip:
present
- strip
- strip
- strips
- strip
- strip
- strip
simple past
- stripped
- stripped
- stripped
- stripped
- stripped
- stripped
present perfect
- have stripped
- have stripped
- has stripped
- have stripped
- have stripped
- have stripped
past continuous
- was stripping
- were stripping
- was stripping
- were stripping
- were stripping
- were stripping
future
- shall strip
- will strip
- will strip
- shall strip
- will strip
- will strip
continuous present
- am stripping
- are stripping
- is stripping
- are stripping
- are stripping
- are stripping
subjunctive
- be stripped
- be stripped
- be stripped
- be stripped
- be stripped
- be stripped
diverse
- strip!
- let's strip!
- stripped
- stripping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor strip:
Verwante woorden van "strip":
Synoniemen voor "strip":
Antoniemen van "strip":
Verwante definities voor "strip":
Wiktionary: strip
strip
Cross Translation:
noun
strip
-
series of drawings, a comic strip
- strip → stripboek
-
landing strip
- strip → landingsbaan
-
a street with multiple shopping or entertainment possibilities
- strip → koopgoot
noun
-
strook materiaal
-
een naar verhouding smalle maar lange strook materiaal die ergens van afgesneden of afgebroken is
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strip | → verwijderen; afhalen | ↔ abisolieren — die Isolierung von einem elektrischen Leiter entfernen |
• strip | → band; reep; strip; strook; windsel | ↔ bandeau — bande qui sert à ceindre le front et la tête. |
• strip | → riem | ↔ courroie — pièce de cuir ou d’étoffe, coupée en long, étroite, qui sert à lier, à attacher quelque chose. |
• strip | → gappen; ontvreemden; stelen; afpellen; jassen; schillen; beroven; ontnemen; ontdoen; ontvellen; stropen; villen; ontbloten; ontdekken | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• strip | → flard; vodje; lap; lomp; lor; tod; vod | ↔ lambeau — morceau d’une étoffe déchirer. |
• strip | → riem | ↔ lanière — Sorte de courroie longue et étroite. |
• strip | → lijn; streep; streek; schreef; band; reep; strook; straal; scheiding; haarscheiding; haal; schrap; wapenbalk | ↔ raie — ligne tracer sur une surface. |
• strip | → schreef; streek; wapenbalk | ↔ rayure — entaille, trace, éraflure faite sur une surface polie par un objet contondant. |
Verwante vertalingen van strip
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor strip (Nederlands) in het Engels
strip:
-
de strip (stripverhaal)
the comic strip
Vertaal Matrix voor strip:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comic strip | strip; stripverhaal |
Verwante woorden van "strip":
Wiktionary: strip
strip
Cross Translation:
noun
strip
-
een boek met een verhaal in beeldvorm
- strip → comic strip
noun
-
cartoon story
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strip | → comic strip | ↔ strip — een boek met een verhaal in beeldvorm |
• strip | → comic | ↔ Comic — eine (nicht zwangsläufig komische) Bildergeschichte oder Bilderabfolge |
• strip | → strip; band; tape; binding; blindfold; streamer | ↔ bandeau — bande qui sert à ceindre le front et la tête. |
strip vorm van strippen:
-
strippen
Conjugations for strippen:
o.t.t.
- strip
- stript
- stript
- strippen
- strippen
- strippen
o.v.t.
- stripte
- stripte
- stripte
- stripten
- stripten
- stripten
v.t.t.
- heb gestript
- hebt gestript
- heeft gestript
- hebben gestript
- hebben gestript
- hebben gestript
v.v.t.
- had gestript
- had gestript
- had gestript
- hadden gestript
- hadden gestript
- hadden gestript
o.t.t.t.
- zal strippen
- zult strippen
- zal strippen
- zullen strippen
- zullen strippen
- zullen strippen
o.v.t.t.
- zou strippen
- zou strippen
- zou strippen
- zouden strippen
- zouden strippen
- zouden strippen
en verder
- ben gestript
- bent gestript
- is gestript
- zijn gestript
- zijn gestript
- zijn gestript
diversen
- strip!
- stript!
- gestript
- strippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor strippen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
strip | band; banderol; reepje; strook | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
do a striptease | strippen | |
strip | strippen | beroven; bloot leggen; ontbloten; ontdoen; ontdoen van; ontvellen; stropen; uitbuiten; uitplunderen; uitschudden |
undress | strippen | ontkleden; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van kleding ontdoen |