Engels

Uitgebreide vertaling voor stimulus (Engels) in het Nederlands

stimulus:

stimulus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stimulus (boost; incentive; impulse; )
    de stimulans; de impuls; de prikkel
    • stimulans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the stimulus (stimulant; impulse; thrill; incitement; stimulation)
    de stimulering; de stimulans; de aansporing; de prikkel; de aanmoediging; de opwekking; animering
  3. the stimulus (incentive; incitement; impulse)
    de aanzet; animering; de prikkel; de opwekking
    • aanzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • animering [znw.] zelfstandig naamwoord
    • prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opwekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stimulus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmoediging impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
aansporing impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
aanzet impulse; incentive; incitement; stimulus initiative; start
animering impulse; incentive; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill
impuls boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus caprice; craving; impulse; instigation; urging; whim
opwekking impulse; incentive; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
prikkel boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill caprice; encouraging; impelling; impulse; inciting; stimulation; turning on; whim
stimulans boost; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; momentum; spur; stimulant; stimulation; stimulus; thrill cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
stimulering impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill cheer; consolation; encouragement
- input; stimulant; stimulation
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulans lift

Verwante woorden van "stimulus":

  • stimuli

Synoniemen voor "stimulus":


Verwante definities voor "stimulus":

  1. any stimulating information or event; acts to arouse action1

Wiktionary: stimulus

stimulus
Cross Translation:
FromToVia
stimulus stimulatie Reiz — äußere oder innere Einwirkung auf einen Organismus
stimulus stimulering; prikkel; stimulans incitant — Encouragement sous forme d’avantage ou d’indemnisation offerts pour inciter à l’activité économique.
stimulus aansporing; instigatie; aandrift; drang; aandrang; opwelling; stuwing; impuls incitationaction d’inciter.