Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: simple

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: simple

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. simple:
  2. Simple:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor simple (Engels) in het Nederlands

simple:

simple bijvoeglijk naamwoord

  1. simple (not difficult; easy; easily; effortless; not hard)
    eenvoudig; gemakkelijk; makkelijk; simpel; licht; niet moeilijk
  2. simple (uncomplicated; easy)
    eenvoudig; ongecompliceerd; simpel
  3. simple (naive; wide-eyed)
    naief; onnozel
  4. simple (of simple origin; modest; humble)
    bescheiden; eenvoudig; van eenvoudige komaf; nederig; niet voornaam
  5. simple (naïve)
    naïef; argeloos
  6. simple (mentally retarded; backward; stupid)
    achtergebleven; achterlijk
  7. simple (unpretentious; modest; austere; sober)
    sobertjes; schraaltjes; schraal; magertjes; dunnetjes

Vertaal Matrix voor simple:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bescheiden documents
- simpleton
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achtergebleven backward; mentally retarded; simple; stupid
achterlijk backward; mentally retarded; simple; stupid backward; corny; crazy; daft; dense; dull; foolish; funny; idiotic; insane; jocular; mad; mentally deficient; obtuse; odd; retarded; ridiculous; silly; stupid; waggish
argeloos naïve; simple
bescheiden humble; modest; of simple origin; simple considerate; discreet; humble; meek; modest; unassuming; unobtrusive; unpretentious
eenvoudig easily; easy; effortless; humble; modest; not difficult; not hard; of simple origin; simple; uncomplicated austere; common; frugal; ordinarily; ordinary; plain; scanty; sober; unaffected
gemakkelijk easily; easy; effortless; not difficult; not hard; simple comfortable; practical
licht easily; easy; effortless; not difficult; not hard; simple light; not dark
makkelijk easily; easy; effortless; not difficult; not hard; simple
naïef naïve; simple believing; credulous; gullible; trustful; trusting
nederig humble; modest; of simple origin; simple humble; meek; modest; unobtrusive
ongecompliceerd easy; simple; uncomplicated
onnozel naive; simple; wide-eyed dense; dull; empty-headed; obtuse; stupid
schraal austere; modest; simple; sober; unpretentious barren; flimsy; lean; meager; meagre; miserable; parched; poor; puny; shabby; skinny; thin; unfruitful
simpel easily; easy; effortless; not difficult; not hard; simple; uncomplicated
- bare; childlike; dewy-eyed; dim-witted; elementary; mere; round-eyed; simple-minded; uncomplicated; unproblematic; unsubdivided; wide-eyed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunnetjes austere; modest; simple; sober; unpretentious
gemakkelijk easily
magertjes austere; modest; simple; sober; unpretentious
schraaltjes austere; modest; simple; sober; unpretentious
sobertjes austere; modest; simple; sober; unpretentious
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naief naive; simple; wide-eyed
niet moeilijk easily; easy; effortless; not difficult; not hard; simple
niet voornaam humble; modest; of simple origin; simple
van eenvoudige komaf humble; modest; of simple origin; simple

Verwante woorden van "simple":


Synoniemen voor "simple":


Antoniemen van "simple":


Verwante definities voor "simple":

  1. easy and not involved or complicated1
    • a simple game1
  2. apart from anything else; without additions or modifications1
    • the simple passage of time was enough1
    • the simple truth1
  3. unornamented1
    • a simple country schoolhouse1
    • her black dress--simple to austerity1
  4. lacking mental capacity and subtlety1
  5. (botany) of leaf shapes; of leaves having no divisions or subdivisions1
  6. having few parts; not complex or complicated or involved1
    • a simple problem1
    • simple mechanisms1
    • a simple design1
    • a simple substance1
  7. exhibiting childlike simplicity and credulity1
  8. a person lacking intelligence or common sense1
  9. any herbaceous plant having medicinal properties1

Wiktionary: simple

simple
adjective
  1. uncomplicated
  2. simple-minded
simple
adjective
  1. niet ingewikkeld
  2. zonder overdaad of vertoon
  3. zonder veel complicaties
Cross Translation:
FromToVia
• simple → gemakkelijk ↔ facile — Qui se faire sans peine.
• simple → bescheiden; discreet; ingetogen; teruggetrokken; zedig ↔ modeste — Qui a de la retenue, de la modération, qui ne donner dans aucun excès.
• simple → argeloos; naïef; ongekunsteld; onnozel ↔ naïf — naturel, ingénu, sans fard, sans apprêt, sans artifice.
• simple → eenvoudig; enkelvoudig; simpel; helder; louter; schoon; proper; puur; rein; zindelijk; zuiver; bloot; enkel; absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt ↔ pur — Qui est sans mélange.
• simple → eenvoudig ↔ simple — Facile

Simple:

Simple [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Simple
    – An option button in the Set Personal Options dialog box that enables users to hide the details in Advanced Find, rather than showing all the criteria of a search. The other option is Detailed. 2
    Eenvoudig

Vertaal Matrix voor Simple:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eenvoudig Simple

Verwante definities voor "Simple":

  1. An option button in the Set Personal Options dialog box that enables users to hide the details in Advanced Find, rather than showing all the criteria of a search. The other option is Detailed.2

Verwante vertalingen van simple







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0526 seconde
Page rendered in 1.0 seconds