Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- presentation:
-
Wiktionary:
- presentation → presentatie, voorstelling, voordracht, spreekbeurt, uitvoering
- presentation → afbeelding, presentatie, aanbieding, bod, aanbod, voorslag, voorstel, uitvoering, voorstelling, optreden, offerte
Engels
Uitgebreide vertaling voor presentation (Engels) in het Nederlands
presentation:
-
the presentation (introduction)
-
the presentation (offer; delivery; introduction)
-
the presentation
de overlegging -
the presentation (delivery; diction)
-
the presentation
– A set of slides that are imported or created for display in a meeting. 1de presentatie
Vertaal Matrix voor presentation:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanbieding | delivery; introduction; offer; presentation | bargain; bid; offer; proposal |
indiening | introduction; presentation | |
overhandiging | delivery; introduction; offer; presentation | delivery; extradition; handing over; order |
overlegging | presentation | |
presentatie | introduction; presentation | |
wijze van voordracht | delivery; diction; presentation | |
- | demonstration; display; intro; introduction; presentment |
Verwante woorden van "presentation":
Synoniemen voor "presentation":
Verwante definities voor "presentation":
Wiktionary: presentation
presentation
Cross Translation:
noun
presentation
-
presenting to an audience
- presentation → presentatie; voorstelling; voordracht
noun
-
het presenteren van iets
-
een voordracht voor een publiek over een bepaald onderwerp
-
het ten gehore brengen van een bepaald werk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• presentation | → afbeelding | ↔ Darstellung — die Art und Weise der Gestaltung (und/oder Darbringung) von Informationen, Planungen, Waren, Gemälden oder Ähnlichem (gegenüber einem Publikum) |
• presentation | → presentatie | ↔ Präsentation — Darstellung oder Darbringung von Informationen, Planungen oder Waren gegenüber einem Publikum |
• presentation | → aanbieding; bod; aanbod; voorslag; voorstel; presentatie; uitvoering; voorstelling; optreden; offerte | ↔ offre — action d’offrir. |