Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- lever:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- lever:
- leveren:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor lever (Engels) in het Nederlands
lever:
-
the lever
-
the lever
de dommekracht -
the lever (crowbar)
-
the lever (crowbar)
-
the lever (lifter)
Conjugations for lever:
present
- lever
- lever
- levers
- lever
- lever
- lever
simple past
- levered
- levered
- levered
- levered
- levered
- levered
present perfect
- have levered
- have levered
- has levered
- have levered
- have levered
- have levered
past continuous
- was levering
- were levering
- was levering
- were levering
- were levering
- were levering
future
- shall lever
- will lever
- will lever
- shall lever
- will lever
- will lever
continuous present
- am levering
- are levering
- is levering
- are levering
- are levering
- are levering
subjunctive
- be levered
- be levered
- be levered
- be levered
- be levered
- be levered
diverse
- lever!
- let's lever!
- levered
- levering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor lever:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
breekijzer | crowbar; lever | |
dommekracht | lever | mindless hulk; screw jack |
handspaak | crowbar; lever | |
hefboom | lever | |
hijsarm | lever; lifter | crane; hoist; jib |
kaapstanderpaal | crowbar; lever | |
koevoet | crowbar; lever | |
lichter | lever; lifter | |
- | lever tumbler | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vijzelen | crush; jack; lever | |
wriggelen | lever; wrench | |
wrikken | lever; wrench | wrench |
- | jimmy; prise; prize; pry | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | control | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lichter | lighter |
Verwante woorden van "lever":
Synoniemen voor "lever":
Verwante definities voor "lever":
Wiktionary: lever
lever
Cross Translation:
noun
lever
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lever | → bascule; wip | ↔ bascule — pièce de bois ou d’autre matière soutenir par le milieu de manière qu’en pesant sur l’un des bouts on fait lever l’autre. |
• lever | → beuren; heffen; ophalen; oprichten; tillen; verheffen | ↔ lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était. |
• lever | → hefboom; koevoet; spaak; zwengel | ↔ levier — barre rigide que l’on fixer à un point d’appui servir à faciliter un mouvement pour déplacer, soutenir ou soulever d’autres corps. |
• lever | → beuren; heffen; ophalen; oprichten; tillen; verheffen; fokken; opfokken | ↔ élever — Traductions à trier suivant le sens |
Verwante vertalingen van lever
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lever (Nederlands) in het Engels
lever:
Vertaal Matrix voor lever:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
liver | lever |
Verwante woorden van "lever":
Verwante definities voor "lever":
Wiktionary: lever
lever
Cross Translation:
noun
lever
-
een bruinkleurig orgaan dat gal produceert
- lever → liver
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lever | → liver | ↔ Leber — Anatomie: für den Stoffwechsel wichtigstes, inneres Organ von Tier und Mensch |
• lever | → liver | ↔ foie — Organe présent chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, produisant la bile. |
lever vorm van leveren:
-
leveren (aanleveren; bezorgen; brengen; afleveren; overhandigen; toeleveren)
to deliver; to provide; to supply; to bring; to send; to furnish; put up for shipment; to bring around; to ship-
put up for shipment werkwoord
-
leveren (iemand iets flikken; lappen; flikken)
-
leveren
Conjugations for leveren:
o.t.t.
- lever
- levert
- levert
- leveren
- leveren
- leveren
o.v.t.
- leverde
- leverde
- leverde
- leverden
- leverden
- leverden
v.t.t.
- heb geleverd
- hebt geleverd
- heeft geleverd
- hebben geleverd
- hebben geleverd
- hebben geleverd
v.v.t.
- had geleverd
- had geleverd
- had geleverd
- hadden geleverd
- hadden geleverd
- hadden geleverd
o.t.t.t.
- zal leveren
- zult leveren
- zal leveren
- zullen leveren
- zullen leveren
- zullen leveren
o.v.t.t.
- zou leveren
- zou leveren
- zou leveren
- zouden leveren
- zouden leveren
- zouden leveren
en verder
- ben geleverd
- bent geleverd
- is geleverd
- zijn geleverd
- zijn geleverd
- zijn geleverd
diversen
- lever!
- levert!
- geleverd
- leverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
leveren
-
leveren
the provisioning– The assignment of access privileges and system resources to users, including employees, contingent staff and business partners; frequently automated as part of Identity and Access Management solutions in order to reduce ongoing support costs and enable corporations to demonstrate their compliance with documented security policies. 3