Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
funny:
- grappig; humoristisch; koddig; komisch; kluchtig; leuk; komiek; leuke; leukjes; zeldzaam; uitzonderlijk; raar; zelden; schaars; uniek; ongewoon; ongemeen; gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift; blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig; vreemd; eigenaardig; dwaas; typisch; mal; uitheems; vreemdsoortig; zonderling; uiig; humoristische
-
Wiktionary:
- funny → grappig, komisch, leuk
- funny → grappig, koddig, komisch, moppig, boertig, luimig, schertsend, eigenaardig, gek, raar, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, lachwekkend, amusant, aardig, leuk, vermakelijk
-
Gebruikers suggesties voor funny:
- ludiek, hilarisch, gekke
Engels
Uitgebreide vertaling voor funny (Engels) in het Nederlands
funny:
-
funny (comic; hilarious; humorous; droll; farcical; comical; humourous)
-
funny
-
funny
-
funny (rare; strange; extraordinary; prodigious; seldom; rarely; uncommon; odd; phenomenal; unique; hardly ever; little)
-
funny (daft; crazy; insane; ridiculous; stupid; foolish; silly; mad; odd; idiotic)
gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift-
gek bijvoeglijk naamwoord
-
mesjogge bijvoeglijk naamwoord
-
krankjorum bijvoeglijk naamwoord
-
achterlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gestoord bijvoeglijk naamwoord
-
niet goed snik bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
zot bijvoeglijk naamwoord
-
maf bijvoeglijk naamwoord
-
idioot bijvoeglijk naamwoord
-
krankzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
idioterig bijvoeglijk naamwoord
-
geschift bijvoeglijk naamwoord
-
-
funny (cheerful; enthusiastic; happy; gay; bright; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; tidy; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; neat; colourful; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig-
blijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
vrolijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
opgetogen bijvoeglijk naamwoord
-
zonnig bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
uitgelaten bijvoeglijk naamwoord
-
fideel bijvoeglijk naamwoord
-
jolig bijvoeglijk naamwoord
-
monter bijvoeglijk naamwoord
-
dartel bijvoeglijk naamwoord
-
kwiek bijvoeglijk naamwoord
-
welgemoed bijvoeglijk naamwoord
-
wakker bijvoeglijk naamwoord
-
fleurig bijvoeglijk naamwoord
-
blijgeestig bijvoeglijk naamwoord
-
blij bijvoeglijk naamwoord
-
opgeruimd bijvoeglijk naamwoord
-
geestig bijvoeglijk naamwoord
-
kleurig bijvoeglijk naamwoord
-
-
funny (weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; idiotic; stupid; mad)
-
funny (strange; queer; foreign; outlandish; odd; alien; exotic)
vreemd; uitheems; vreemdsoortig; zonderling-
vreemd bijvoeglijk naamwoord
-
uitheems bijvoeglijk naamwoord
-
vreemdsoortig bijvoeglijk naamwoord
-
zonderling bijvoeglijk naamwoord
-
-
funny (amusing; hilarious; droll; waggish; humorous; cute; comic; humourous)
-
funny (humoristic; comic; comical; droll)
humoristische-
humoristische bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor funny:
Verwante woorden van "funny":
Synoniemen voor "funny":
Verwante definities voor "funny":
Wiktionary: funny
funny
Cross Translation:
adjective
funny
-
amusing; comical
- funny → grappig
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• funny | → grappig | ↔ lustig — humorvoll |
• funny | → grappig | ↔ ulkig — lustig, eigenartig, (bewusst oder unfreiwillig) zum Lachen |
• funny | → grappig; koddig; komisch; moppig | ↔ comique — théâtre|fr Qui a rapport à la comédie. |
• funny | → boertig; luimig; schertsend; eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk; grappig; lachwekkend; koddig; komisch; moppig; amusant; aardig; leuk; vermakelijk | ↔ drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général). |