Uitgebreide vertaling voor butt (Engels) in het Nederlands
butt:
-
the butt
de kolf;
de greep
-
kolf
[
de ~]
zelfstandig naamwoord
-
greep
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
de vat;
de barrel;
de ton;
het fust;
de bak;
de emmer;
de pot;
de teil;
de kuip
-
vat
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
barrel
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
ton
[
de ~]
zelfstandig naamwoord
-
fust
[
het ~]
zelfstandig naamwoord
-
bak
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
emmer
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
pot
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
teil
[
de ~]
zelfstandig naamwoord
-
kuip
[
de ~]
zelfstandig naamwoord
-
-
-
the butt (stub)
-
Vertaal Matrix voor butt:
Verwante woorden van "butt":
Synoniemen voor "butt":
Verwante definities voor "butt":
-
thick end of the handle1
-
the small unused part of something (especially the end of a cigarette that is left after smoking)1
-
a large cask (especially one holding a volume equivalent to 2 hogsheads or 126 gallons)1
-
a joint made by fastening ends together without overlapping1
-
finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking1
-
sports equipment consisting of an object set up for a marksman or archer to aim at1
-
a victim of ridicule or pranks1
-
the part of a plant from which the roots spring or the part of a stalk or trunk nearest the roots1
-
to strike, thrust or shove against1
-
lie adjacent to another or share a boundary1
-
place end to end without overlapping1
Wiktionary: butt
butt
noun
-
remnant of a smoked cigarette or cigar
-
buttocks
butt
noun
-
overblijfsel van een opgerookte sigaret of sigaar
-
achterste, achterwerk
Cross Translation:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van butt