Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: becoming

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: becoming

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. becoming:
  2. become:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor becoming (Engels) in het Nederlands

becoming:

becoming bijvoeglijk naamwoord

  1. becoming
    wording
  2. becoming (proper; fitting; befitting)
    netjes; gepast; keurig
  3. becoming (flattering)
    flatterend; flatteus
  4. becoming (proper; decent)
    betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk

Vertaal Matrix voor becoming:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betamelijk becoming; decent; proper
flatteus becoming; flattering
gepast becoming; befitting; fitting; proper applicable; apposite; appropriate; apt; effective; efficient; fit; fitting; proper; relevant; right; suitable
keurig becoming; befitting; fitting; proper blameless; cleanly; correct; decent; faultless; honorable; honourable; impeccable; neat; neatly; perfect; respectable; tidy
welvoeglijk becoming; decent; proper decent; neat; proper; respectable
- comely; comme il faut; decent; decorous; seemly
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
netjes becoming; befitting; fitting; proper chivalrous; civil; clean; cleaned; cleanly; cleansed; courteous; decent; dignified; neat; neatly; proper; properly; reputable; respectable; tidied; tidy; well-mannered
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flatterend becoming; flattering coaxing; complimentary; flattering
welgevoeglijk becoming; decent; proper
wording becoming

Verwante woorden van "becoming":

  • unbecoming, becomingly

Synoniemen voor "becoming":


Verwante definities voor "becoming":

  1. displaying or setting off to best advantage1
    • a becoming new shade of rose1
    • a becoming portrait1
  2. according with custom or propriety1
    • her becoming modesty1

Wiktionary: becoming

Cross Translation:
FromToVia
• becoming → bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
• becoming → verstandig; vroed; wijs; betamelijk; gepast; geschikt; passend; toepasselijk ↔ raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.

become:

to become werkwoord (becomes, became, becoming)

  1. to become
    worden
    • worden werkwoord (word, wordt, werd, werden, geworden)
  2. to become
    passen; betamen
    • passen werkwoord (pas, past, paste, pasten, gepast)
    • betamen werkwoord (betaam, betaamt, betaamde, betaamden, betaamd)
  3. to become (flatter; suit)
    staan
    • staan werkwoord (sta, staat, stond, stonden, gestaan)
  4. to become (flatter; look good)
    flatteren; goed staan
    • flatteren werkwoord (flatteer, flatteert, flatteerde, flatteerden, geflatteerd)
    • goed staan werkwoord (sta goed, staat goed, stond goed, stonden goed, goed gestaan)

Conjugations for become:

present
  1. become
  2. become
  3. becomes
  4. become
  5. become
  6. become
simple past
  1. became
  2. became
  3. became
  4. became
  5. became
  6. became
present perfect
  1. have become
  2. have become
  3. has become
  4. have become
  5. have become
  6. have become
past continuous
  1. was becoming
  2. were becoming
  3. was becoming
  4. were becoming
  5. were becoming
  6. were becoming
future
  1. shall become
  2. will become
  3. will become
  4. shall become
  5. will become
  6. will become
continuous present
  1. am becoming
  2. are becoming
  3. is becoming
  4. are becoming
  5. are becoming
  6. are becoming
subjunctive
  1. be became
  2. be became
  3. be became
  4. be became
  5. be became
  6. be became
diverse
  1. become!
  2. let's become!
  5. became
  6. becoming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor become:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passen fitting; footsteps; trying on
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betamen become
flatteren become; flatter; look good butter someone up; kiss up to someone; softsoap someone; toady to someone
goed staan become; flatter; look good
passen become be all right; be fit; be right; be suitable; befit; count; count off; count out; fit; fit in; match; pay with the exact money; suit; suit one's convenience; try; try on
staan become; flatter; suit stand; stand up
worden become
- get; go; suit; turn
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- be becoming for; be befitting for; befit

Synoniemen voor "become":


Verwante definities voor "become":

  1. enter or assume a certain state or condition1
    • He became annoyed when he heard the bad news1
  2. come into existence1
    • What becomes has duration1
  3. undergo a change or development1
    • Her former friend became her worst enemy1
  4. enhance the appearance of1
    • Mourning becomes Electra1

Wiktionary: become

become
verb
  1. to begin to be
become
verb
  1. in een bepaalde toestand of situatie komen
  2. (hulpwerkwoord) vormt de lijdende vorm
Cross Translation:
FromToVia
• become → worden; zullen; gaan ↔ werden — sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv)
• become → mooi; worden ↔ abeausir — (vieilli) Se mettre au beau.
• become → raken; worden ↔ devenir — commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.
• become → passen; goed zitten ↔ seoir — Aller bien, pour un vêtement ; être convenable

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van becoming







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0620 seconde
Page rendered in 1.0 seconds