Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- amass:
-
Wiktionary:
- amass → op een stapel zetten, opeenhopen, ophopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen, collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, groeperen
Engels
Uitgebreide vertaling voor amass (Engels) in het Nederlands
amass:
-
to amass (gather; assemble; accumulate; collect)
Conjugations for amass:
present
- amass
- amass
- amass
- amass
- amass
- amass
simple past
- amassed
- amassed
- amassed
- amassed
- amassed
- amassed
present perfect
- have amassed
- have amassed
- has amassed
- have amassed
- have amassed
- have amassed
past continuous
- was amassing
- were amassing
- was amassing
- were amassing
- were amassing
- were amassing
future
- shall amass
- will amass
- will amass
- shall amass
- will amass
- will amass
continuous present
- am amassing
- are amassing
- is amassing
- are amassing
- are amassing
- are amassing
subjunctive
- be amassed
- be amassed
- be amassed
- be amassed
- be amassed
- be amassed
diverse
- amass!
- let's amass!
- amassed
- amassing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor amass:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verenigen | accumulate; amass; assemble; collect; gather | |
verzamelen | accumulate; amass; assemble; collect; gather | collect; gather; gather together; glean; horde; pick up; save; see each other; to gather; visit |
- | accumulate; collect; compile; conglomerate; cumulate; gather; hoard; pile up; roll up |
Verwante woorden van "amass":
Synoniemen voor "amass":
Verwante definities voor "amass":
Wiktionary: amass
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• amass | → op een stapel zetten; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen | ↔ entasser — mettre en tas. |
• amass | → collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen | ↔ ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses. |
• amass | → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen | ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser. |