Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tempering:
  2. temper:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tempering:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tempering (Engels) in het Nederlands

tempering:

tempering [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tempering (softening; moderation; modification)
    de tempering; de moderatie; de mindering; de matiging

Vertaal Matrix voor tempering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matiging moderation; modification; softening; tempering
mindering moderation; modification; softening; tempering
moderatie moderation; modification; softening; tempering
tempering moderation; modification; softening; tempering
- annealing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- annealing; hardening

Synoniemen voor "tempering":

  • moderating
  • annealing; hardening

Verwante definities voor "tempering":

  1. moderating by making more temperate1
  2. hardening something by heat treatment1

Wiktionary: tempering


Cross Translation:
FromToVia
tempering gloeien Anlassen — Das Anlassen ist das Erwärmen des Stahls nach dem Härten oder Schweißen zur Reduzierung von Materialspannungen.

tempering vorm van temper:

temper [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the temper (mood; humour; state of mind; humor)
    het humeur; de stemming; de gemoedsstemming; de gemoedstoestand; de bui; de gemoedsgesteldheid
  2. the temper (frame of mind; mood; humour; humor)
    de stemming; de gemoedstoestand
  3. the temper (tantrum; fit)
    de woedeaanval; de driftbui
  4. the temper (temperament; liveliness; vivacity; )
    het temperament; de vurigheid

Vertaal Matrix voor temper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bui humor; humour; mood; state of mind; temper caprice; downpour; fancy; mood; quirk; shower; spur of the moment; whim
driftbui fit; tantrum; temper
gemoedsgesteldheid humor; humour; mood; state of mind; temper disposition; inclination; mental state; nature
gemoedsstemming humor; humour; mood; state of mind; temper
gemoedstoestand frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper
humeur humor; humour; mood; state of mind; temper
stemming frame of mind; humor; humour; mood; state of mind; temper mental state; vote
temperament disposition; excitement; inclination; liveliness; nature; proclivity; rush; temper; temperament; vivacity disposition; inclination; nature
vurigheid disposition; excitement; inclination; liveliness; nature; proclivity; rush; temper; temperament; vivacity ardor; ardour; craze; fieriness; fire; heartiness; passion
woedeaanval fit; tantrum; temper
- biliousness; humor; humour; irritability; irritation; mood; peevishness; pettishness; pique; snappishness; surliness; toughness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- anneal; chasten; harden; moderate; mollify; normalise; normalize; season
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- take the chill off; warm

Verwante woorden van "temper":


Synoniemen voor "temper":


Verwante definities voor "temper":

  1. a disposition to exhibit uncontrolled anger1
    • his temper was well known to all his employees1
  2. the elasticity and hardness of a metal object; its ability to absorb considerable energy before cracking1
  3. a sudden outburst of anger1
    • his temper sparked like damp firewood1
  4. a characteristic (habitual or relatively temporary) state of feeling1
    • whether he praised or cursed me depended on his temper at the time1
  5. restrain1
  6. make more temperate, acceptable, or suitable by adding something else; moderate1
    • she tempered her criticism1
  7. adjust the pitch (of pianos)1
  8. harden by reheating and cooling in oil1
    • temper steel1
  9. bring to a desired consistency, texture, or hardness by a process of gradually heating and cooling1
    • temper glass1

Wiktionary: temper

temper
noun
  1. state of mind
  2. heat treatment
verb
  1. to moderate or control
temper
noun
  1. mentale of emotionele toestand

Cross Translation:
FromToVia
temper harden; stalen; temperen durcir — Durcir
temper lichaamsvocht; gemoedsgesteldheid; humeur; humor humeur — (vieilli) Toute substance liquide qui se trouver dans un organisme.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tempering (Nederlands) in het Engels

tempering:

tempering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de tempering (moderatie; mindering; matiging)
    the moderation; the tempering; the modification; the softening

Vertaal Matrix voor tempering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moderation matiging; mindering; moderatie; tempering billijkheid; gematigdheid; goedkoopheid; goedkoopte; ingetogenheid; matigheid; redelijkheid; schappelijkheid; stemmigheid
modification matiging; mindering; moderatie; tempering amendement; amendering; herziening; modificatie; mutatie; nuancering; verandering; wijziging
softening matiging; mindering; moderatie; tempering inweken; verweking; weken
tempering matiging; mindering; moderatie; tempering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
softening verzachtend

Verwante woorden van "tempering":

  • temperingen

Wiktionary: tempering


Cross Translation:
FromToVia
tempering mix; mixture; admixture mélangeaction de mélanger ou résultat de cette action.