Engels

Uitgebreide vertaling voor ruin (Engels) in het Nederlands

ruin:

to ruin werkwoord (ruins, ruined, ruining)

  1. to ruin (devastate; destruct; eliminate; )
    vernietigen; vernielen; ruineren; slopen; afbreken; verwoesten
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • vernielen werkwoord (verniel, vernielt, vernielde, vernielden, vernield)
    • ruineren werkwoord
    • slopen werkwoord (sloop, sloopt, sloopte, sloopten, gesloopt)
    • afbreken werkwoord (breek af, breekt af, brak af, braken af, afgebroken)
    • verwoesten werkwoord (verwoest, verwoestte, verwoestten, verwoest)
  2. to ruin (destroy; devastate; lay waste)
    verwoesten; vernielen; te gronde richten
    • verwoesten werkwoord (verwoest, verwoestte, verwoestten, verwoest)
    • vernielen werkwoord (verniel, vernielt, vernielde, vernielden, vernield)
    • te gronde richten werkwoord (richt te gronde, richtte te gronde, richtten te gronde, te gronde gericht)
  3. to ruin (blow; destroy)
    verknoeien; iets vergallen
  4. to ruin (muck up; mess up; foul up; upset)
    ruïneren; in de war sturen; bederven; verzieken; nekken
    • ruïneren werkwoord (ruïneer, ruïneert, ruïneerde, ruïneerden, geruïneerd)
    • in de war sturen werkwoord
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verzieken werkwoord
    • nekken werkwoord (nek, nekt, nekte, nekten, genekt)

Conjugations for ruin:

present
  1. ruin
  2. ruin
  3. ruins
  4. ruin
  5. ruin
  6. ruin
simple past
  1. ruined
  2. ruined
  3. ruined
  4. ruined
  5. ruined
  6. ruined
present perfect
  1. have ruined
  2. have ruined
  3. has ruined
  4. have ruined
  5. have ruined
  6. have ruined
past continuous
  1. was ruining
  2. were ruining
  3. was ruining
  4. were ruining
  5. were ruining
  6. were ruining
future
  1. shall ruin
  2. will ruin
  3. will ruin
  4. shall ruin
  5. will ruin
  6. will ruin
continuous present
  1. am ruining
  2. are ruining
  3. is ruining
  4. are ruining
  5. are ruining
  6. are ruining
subjunctive
  1. be ruined
  2. be ruined
  3. be ruined
  4. be ruined
  5. be ruined
  6. be ruined
diverse
  1. ruin!
  2. let's ruin!
  3. ruined
  4. ruining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

ruin [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ruin (ruins)
    de ruïne; de bouwval
    • ruïne [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bouwval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the ruin (downfall; drawback; disadvantage)
    de ondergang; de debacle; tenondergang; de teloorgang; de val
  3. the ruin (wreck; derelict; heap o rubbish; reject; misfit)
    de ruïne; vervallen gebouw

Vertaal Matrix voor ruin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven rotting
bouwval ruin; ruins
debacle disadvantage; downfall; drawback; ruin bust-up; collapse; crash; sagging; slump; smash
ondergang disadvantage; downfall; drawback; ruin
ruïne derelict; heap o rubbish; misfit; reject; ruin; ruins; wreck
teloorgang disadvantage; downfall; drawback; ruin
tenondergang disadvantage; downfall; drawback; ruin
val disadvantage; downfall; drawback; ruin ambush; crash; decline; decrease; downfall; fall; landing; noose; stag-evil; trap
vervallen gebouw derelict; heap o rubbish; misfit; reject; ruin; wreck
- dilapidation; downfall; laying waste; ruination; ruining; wrecking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbreken destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck abandon; abort; adjourn; break down; break up; demolish; destroy; drag down; get down; hamper; hinder; impede; obstruct; pull down; sever; stonewall; take down; tear down; tear loose; wreck
bederven foul up; mess up; muck up; ruin; upset attack; botch up; damage; decay; erode; go bad; mess up; muck up; rot; spoil
iets vergallen blow; destroy; ruin
in de war sturen foul up; mess up; muck up; ruin; upset
nekken foul up; mess up; muck up; ruin; upset
ruineren destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
ruïneren foul up; mess up; muck up; ruin; upset
slopen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck break down; break up; demolish; destroy; drag down; fatigue; get down; pull down; sap; take down; tear down; tear loose; tire out; wear out; wreck
te gronde richten destroy; devastate; lay waste; ruin
verknoeien blow; destroy; ruin botch up; mess up; muck up; spoil; throw away; waste
vernielen destroy; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
vernietigen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck abolish; annul; cancel; convert into scrap; neutralise; neutralize; nullify; scrap; undo; unhitch; unpick
verwoesten destroy; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
verzieken foul up; mess up; muck up; ruin; upset botch up; mess up; muck up; spoil
- bankrupt; break; deflower; destroy; smash
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- desolation; devastation

Verwante woorden van "ruin":


Synoniemen voor "ruin":


Verwante definities voor "ruin":

  1. destruction achieved by causing something to be wrecked or ruined1
  2. a ruined building1
    • they explored several Roman ruins1
  3. failure that results in a loss of position or reputation1
  4. an event that results in destruction1
  5. the process of becoming dilapidated1
  6. an irrecoverable state of devastation and destruction1
    • you have brought ruin on this entire family1
  7. fall into ruin1
  8. deprive of virginity1
  9. destroy completely; damage irreparably1
    • You have ruined my car by pouring sugar in the tank!1
    • The tears ruined her make-up1
  10. reduce to ruins1
    • The country lay ruined after the war1
  11. reduce to bankruptcy1
  12. destroy or cause to fail1
    • This behavior will ruin your chances of winning the election1

Wiktionary: ruin

ruin
noun
  1. remains of destroyed construction
verb
  1. to cause the ruin of
ruin
noun
  1. een zeer vervallen gebouw
verb
  1. helemaal kapotmaken
  2. iemand financieel te gronde richten

Cross Translation:
FromToVia
ruin noodlot Verhängnis — ein Ereignis oder ein Zusammenwirken verschiedener Ereignisse, wodurch eine ungünstige Wendung des Schicksals herbeigeführt wird
ruin beschadigen; havenen ramponierenstark beschädigen
ruin kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording abaissementaction d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
ruin in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
ruin vernielen; vernietigen; verwoesten détruiredémolir, ruiner, en parlant d'un édifice, d'une construction.
ruin schade aanrichten; schaden endommagermettre une chose en mauvais état en lui faisant subir quelque dommage.
ruin aanlengen; aanaarden; beunhazen; knoeien; modderen; verhaspelen; verknoeien; verprutsen gâcher — maçonnerie|fr délayer du plâtre, du mortier avec de l’eau.
ruin bouwval; ravage; puinhoop; ruïne ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.

Verwante vertalingen van ruin



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruin (Nederlands) in het Engels

ruin:

ruin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruin
    the gelding
    • gelding [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelding ruin

Verwante woorden van "ruin":

  • ruinen

Wiktionary: ruin

ruin
noun
  1. een gecastreerde hengst
ruin
noun
  1. castrated male horse

Cross Translation:
FromToVia
ruin gelding Wallach — männliches Pferd, das kastrieren wurde
ruin gelding hongre — Cheval hongre