Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- post:
- POST:
-
Wiktionary:
- post → paal, stijl
- post → posten, sturen
- post → positie, aanplakken, displayen, agglutineren, doen samenkleven, samenplakken, verbinden, opplakken, overplakken, lijmen, hechten, plakken, kleven, post, posterijen, poststuk, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, wachtpost, werkgelegenheid, functie, dienst, magazijn, provisiekamer, provisiekast, voorraadkamer, afficheren, deurpost, paal, stijl, eetservies, servies, afdeling, geleding, sectie
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- post:
- POST:
- posten:
-
Wiktionary:
- post → mail, entry, stanchion
- post → mail, post, piece of mail, use, usage, utilization, application, employment, job, work, capacity, office, position, station, appointment, function, place, post office, stake, pole, stanchion, prop, strut, standard
- posten → post, stand guard
Engels
Uitgebreide vertaling voor post (Engels) in het Nederlands
post:
-
the post (mail; posting)
– any particular collection of letters or packages that is delivered 1 -
the post (pole; stake)
– a pole or stake set up to mark something (as the start or end of a race track) 1 -
the post (function; position; job)
– a job in an organization 1 -
the post (column)
– an upright consisting of a piece of timber or metal fixed firmly in an upright position 1 -
the post (job; position; function; installment; instalment)
– a job in an organization 1 -
the post (pillar; column)
– an upright consisting of a piece of timber or metal fixed firmly in an upright position 1 -
the post (sentry)
– the position where someone (as a guard or sentry) stands or is assigned to stand 1 -
the post (standing-place; station)
– the position where someone (as a guard or sentry) stands or is assigned to stand 1 -
the post (article)
– A message that appears in a newsgroup, public folder, or other forum accessible by a number of individuals. 2
-
to post (mail)
– cause to be directed or transmitted to another place 1 -
to post (situate; place; locate; set; station; put)
– assign to a station 1 -
to post
– To submit an article in a newsgroup or other online conference or forum. The term is derived from the "posting" of a notice on a physical bulletin board. 2 -
to post
– To enter a debit or a credit into an account. 2 -
to post
– To record the monetary value of an economic event in a specific account, or to summarize and reclassify general and subsidiary journal account entries into general and subsidiary ledger account entries. 2
Conjugations for post:
present
- post
- post
- posts
- post
- post
- post
simple past
- posted
- posted
- posted
- posted
- posted
- posted
present perfect
- have posted
- have posted
- has posted
- have posted
- have posted
- have posted
past continuous
- was posting
- were posting
- was posting
- were posting
- were posting
- were posting
future
- shall post
- will post
- will post
- shall post
- will post
- will post
continuous present
- am posting
- are posting
- is posting
- are posting
- are posting
- are posting
subjunctive
- be posted
- be posted
- be posted
- be posted
- be posted
- be posted
diverse
- post!
- let's post!
- posted
- posting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor post:
Verwante woorden van "post":
Synoniemen voor "post":
Verwante definities voor "post":
Wiktionary: post
post
Cross Translation:
noun
-
een langwerpig stuk materiaal dat in de grond staat
-
een doelpaal
-
post
Cross Translation:
POST:
-
the POST (power-on self test)
– A set of routines stored in read-only memory (ROM) that tests various system components such as RAM, the disk drives, and the keyboard, to see if they are properly connected and operating. If problems are found, these routines alert the user with a series of beeps or a message, often accompanied by a diagnostic numeric value. If the POST is successful, it passes control to the bootstrap loader. 2
Vertaal Matrix voor POST:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
POST | POST; power-on self test | |
zelftest bij inschakelen | POST; power-on self test |
Verwante definities voor "POST":
Post:
Vertaal Matrix voor Post:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | C. W. Post; Charles William Post; Emily Post; Emily Price Post; Wiley Post |
Verwante definities voor "Post":
Verwante vertalingen van post
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor post (Nederlands) in het Engels
post:
-
de post (gebrachte brieven)
Vertaal Matrix voor post:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebrachte brieven; post | e-mail; elektronische post; mail | |
post | gebrachte brieven; post | ambt; baan; bericht; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; mast; paal; pijler; pilaar; positie; standoord; wachtpost |
posting | gebrachte brieven; post | aanhechten; posten; terpostbezorging; voorplakken; voorvoegen; voorzetten |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op de bus doen; posten; versturen; zenden | ||
post | boeken; op de bus doen; plaatsen; posten; situeren; zich afspelen |
Verwante woorden van "post":
Verwante definities voor "post":
Wiktionary: post
post
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• post | → mail; post; piece of mail | ↔ courrier — Celui qui courait la poste en avant des voitures pour préparer les relais. |
• post | → use; usage; utilization; application; employment; job; work; post; capacity; office; position; station; appointment; function | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• post | → place | ↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose. |
• post | → post office | ↔ poste — (histoire) établissement de chevaux qui était autrefois placer de distance en distancer, pour le service des voyageurs. |
• post | → stake; post; pole; stanchion; prop; strut; standard | ↔ poteau — pièce de bois de charpente, posée debout. |
POST:
-
POST (zelftest bij inschakelen)
the POST; the power-on self test– A set of routines stored in read-only memory (ROM) that tests various system components such as RAM, the disk drives, and the keyboard, to see if they are properly connected and operating. If problems are found, these routines alert the user with a series of beeps or a message, often accompanied by a diagnostic numeric value. If the POST is successful, it passes control to the bootstrap loader. 2
Vertaal Matrix voor POST:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
POST | POST; zelftest bij inschakelen | |
power-on self test | POST; zelftest bij inschakelen |
post vorm van posten:
-
posten (op de bus doen)
-
posten (opsturen; verzenden; sturen; toezenden; wegzenden; wegsturen)
-
posten (toezenden; zenden; opsturen; iem. iets sturen; overmaken; doen toekomen)
-
posten (stationeren; plaatsen; posteren)
-
posten
Conjugations for posten:
o.t.t.
- post
- post
- post
- posten
- posten
- posten
o.v.t.
- postte
- postte
- postte
- postten
- postten
- postten
v.t.t.
- heb gepost
- hebt gepost
- heeft gepost
- hebben gepost
- hebben gepost
- hebben gepost
v.v.t.
- had gepost
- had gepost
- had gepost
- hadden gepost
- hadden gepost
- hadden gepost
o.t.t.t.
- zal posten
- zult posten
- zal posten
- zullen posten
- zullen posten
- zullen posten
o.v.t.t.
- zou posten
- zou posten
- zou posten
- zouden posten
- zouden posten
- zouden posten
en verder
- is gepost
- zijn gepost
diversen
- post!
- post!
- gepost
- postend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het posten (terpostbezorging)
-
het posten (afzenden; versturen; verzenden; wegsturen)
Vertaal Matrix voor posten:
Verwante definities voor "posten":
Wiktionary: posten
posten
verb
-
op de post doen
- posten → post
-
op wacht staan
- posten → stand guard