Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rugged:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ruggedness (Engels) in het Nederlands

ruggedness:


Vertaal Matrix voor ruggedness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- hardness; huskiness; toughness

Synoniemen voor "ruggedness":


Verwante definities voor "ruggedness":

  1. the quality of being difficult to do1
    • the ruggedness of his exams caused half the class to fail1
  2. the quality of being topologically uneven1
    • the ruggedness of the mountains1
  3. the property of being big and strong1

Wiktionary: ruggedness

ruggedness
noun
  1. state of being rugged

rugged:

rugged bijvoeglijk naamwoord

  1. rugged (angular; sharp-edged)
    hoekig; kantig
  2. rugged (angular)
    hoekig; met hoeken

Vertaal Matrix voor rugged:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoekig angular; rugged; sharp-edged
kantig angular; rugged; sharp-edged
- broken; furrowed; tough
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- rough
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met hoeken angular; rugged

Verwante woorden van "rugged":

  • ruggedness, ruggeder, ruggedest, ruggedly

Synoniemen voor "rugged":


Antoniemen van "rugged":


Verwante definities voor "rugged":

  1. sturdy and strong in constitution or construction; enduring1
    • with a house full of boys you have to have rugged furniture1
  2. very difficult; severely testing stamina or resolution1
    • a rugged competitive examination1
    • the rugged conditions of frontier life1
  3. topographically very uneven1
    • rugged ground1
  4. having long narrow shallow depressions (as grooves or wrinkles) in the surface1

Wiktionary: rugged

rugged
adjective
  1. broken into sharp points
  2. not neat or regular
    • ruggedruw
  3. rough with bristles
  4. violent, rude
  5. vigorous, robust
rugged
adjective
  1. stevig uit de kluiten gewassen, weerbaar, ruig

Cross Translation:
FromToVia
rugged ferm; fors; hecht; potig; robuust; sterk; stevig; stoer; struis robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Computer vertaling door derden: