Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: notable

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: notable

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. notable:
  2. note:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor notable (Engels) in het Nederlands

notable:

notable bijvoeglijk naamwoord

  1. notable (striking; remarkable; conspicuous; )
    opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend
  2. notable (noteworthy; worth mentioning)
    noemenswaardig; vermeldenswaardig; vermeldenswaard
  3. notable (considerable; enormous; substantial; )
    behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink

notable [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the notable
    notabel
    • notabel [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor notable:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
notabel notable
- guiding light; leading light; luminary; notability
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmerkelijk big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast capital; considerable; respectable; significant; substantial
aanzienlijk big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast aristocratic; capital; considerable; distinguished; eminent; glorious; grand; high ranking; high-bred; illustrious; lofty; majestic; majestically; noteworthy; pompous; princely; prominent; renowned; respectable; significant; solemnly; stately; substantial; weighty
beduidend big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast capital; considerable; respectable; significant; substantial
behoorlijk big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast capital; considerable; considerably; fairly; generously; highly; pretty; quite; rather; reasonably; respectable; robust; significant; sizable; substantial; very
enorm big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast colossal; elephantine; enormous; enormously; gargantuan; giant; gigantic; huge; immense; immensely; jumbo; stupendous; to a huge extent; vast
flink big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast firm; forceful; glorious; haughty; hefty; lofty; morally strong; muscular; powerful; powerfully built; proud; robust; solid; standing-on; staunch; stiff; stout; strapping; strong; sturdy; tough; vigorous; well built
fors big; considerable; conspicuous; enormous; great; large; notable; remarkable; respectable; striking; substantial; tall; vast big; burly; heavily built; heavyset; hefty; massive; powerfully built; robust; stout; sturdy
frappant conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable
noemenswaardig notable; noteworthy; worth mentioning
opmerkelijk conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable
opmerkenswaardig conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable
opvallend conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable leaps out at you; obvious; outstanding; prominent; sticks out
saillant conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable
treffend conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable apposite; apt
vermeldenswaard notable; noteworthy; worth mentioning
vermeldenswaardig notable; noteworthy; worth mentioning
- celebrated; famed; famous; far-famed; illustrious; noted; noteworthy; renowned
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
flink game
- remarkable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in het oog lopend conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable
in het oog springend conspicuous; distinct; explicit; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; striking; unmistakable

Verwante woorden van "notable":


Synoniemen voor "notable":


Verwante definities voor "notable":

  1. widely known and esteemed1
    • a notable historian1
  2. worthy of notice1
  3. a celebrity who is an inspiration to others1

Wiktionary: notable

notable
noun
  1. person or thing of distinction
adjective
  1. worthy of notice; remarkable
  2. capable of being noted; noticeable
Cross Translation:
FromToVia
• notable → merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend ↔ remarquable — Qui mériter d’être remarqué ; qui attirer l’attention.
• notable → bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend ↔ saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.

notable vorm van note:

to note werkwoord (notes, noted, noting)

  1. to note (note down; register; book; )
    boeken; noteren; vastleggen; registreren; opschrijven; optekenen
    • boeken werkwoord (boek, boekt, boekte, boekten, geboekt)
    • noteren werkwoord (noteer, noteert, noteerde, noteerden, genoteerd)
    • vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
    • registreren werkwoord (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)
    • opschrijven werkwoord (schrijf op, schrijft op, schreef op, schreven op, opgeschreven)
    • optekenen werkwoord (teken op, tekent op, tekende op, tekenden op, opgetekend)

Conjugations for note:

present
  1. note
  2. note
  3. notes
  4. note
  5. note
  6. note
simple past
  1. noted
  2. noted
  3. noted
  4. noted
  5. noted
  6. noted
present perfect
  1. have noted
  2. have noted
  3. has noted
  4. have noted
  5. have noted
  6. have noted
past continuous
  1. was noting
  2. were noting
  3. was noting
  4. were noting
  5. were noting
  6. were noting
future
  1. shall note
  2. will note
  3. will note
  4. shall note
  5. will note
  6. will note
continuous present
  1. am noting
  2. are noting
  3. is noting
  4. are noting
  5. are noting
  6. are noting
subjunctive
  1. be noted
  2. be noted
  3. be noted
  4. be noted
  5. be noted
  6. be noted
diverse
  1. note!
  2. let's note!
  5. noted
  6. noting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

note [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the note (annotation; scribble; scrawl; )
    de notitie; de aantekening; de noot; opschrijving
  2. the note (report)
    de notitie; de aantekening
  3. the note (scribble; scrawl; scribbling; )
    de aantekening; het briefje; het kattebelletje; het kladbriefje; het kladje; de krabbel; het schrijfsel
  4. the note (musical note; tone)
    de muzieknoot; de toon
    • muzieknoot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the note (intonation; tone; sound; )
    de klank; de toon; klankgeluid
    • klank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klankgeluid [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. the note (certificate)
    het attest; het bewijs; het briefje
    • attest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. the note (banknote; paper money; folding money)
    het bankbiljet; het briefje; het papiergeld
  8. the note (scribble; scribbling; scrawl)
    het kladje; het kattebelletje; het schrijfsel; de krabbel; het krabbelbriefje; het kladbriefje
  9. the note (intonation; timbre; pitch; )
    het timbre; de intonatie; de klankkleur; klanktint
  10. the note (business note)
    – An Outlook item that can be attached to a record's history log. Typically a note contains information regarding a conversation with a customer or other people in the company they work for. 2
    de notitie; zakelijke notitie
  11. the note
    – Text entered by the user that is displayed to contacts. 2
    de notitie
    • notitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor note:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantekening annotation; chit; mentioning; note; report; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper; statement annotation
attest certificate; note certificate of good health
bankbiljet banknote; folding money; note; paper money
bewijs certificate; note allegation; body of evidence; evidence; note of remittance; piece of evidence; proof; receipt; remittance-note; token
boeken novels
briefje banknote; certificate; chit; folding money; note; paper money; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper
intonatie intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour cadence; inflection; intonation; modulation; tone of voice
kattebelletje chit; note; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper
kladbriefje chit; note; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper
kladje chit; note; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper crumpled page; crumpled piece of paper; rough draft?; scrap paper
klank intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone
klankgeluid intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone
klankkleur intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour
klanktint intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour
krabbel chit; note; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper scrawl
krabbelbriefje note; scrawl; scribble; scribbling
muzieknoot musical note; note; tone
noot annotation; mentioning; note; report; scrawl; scribble; statement
notitie annotation; business note; mentioning; note; report; scrawl; scribble; statement
opschrijving annotation; mentioning; note; report; scrawl; scribble; statement
papiergeld banknote; folding money; note; paper money paper money
schrijfsel chit; note; scrawl; scribble; scribbling; short letter; slip of paper
timbre intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour
toon intonation; musical note; note; pitch; sound; timber; timbre; tone color; colour; pitch; shade; tincture; tint
- Federal Reserve note; annotation; bank bill; bank note; banker's bill; banknote; bill; billet; distinction; eminence; government note; greenback; line; musical note; notation; note of hand; preeminence; promissory note; short letter; tone
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeken book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down post; put in writing; record; register
noteren book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down declare; put in writing; record; register; take down; write down
opschrijven book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down declare; register; take down; write down
optekenen book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down put in writing; record; register; write down
registreren book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down put in writing; record; register; sign up
vastleggen book; enter into; inscribe; list; note; note down; record; register; write down allocate; anchor; chain; fasten; fasten to a rope; fetter; fix; fix deposit; legally bind; make reservations; moor; put aside; put away; put on fixed deposit; reserve; secure; set aside; sign up; tie; tie up
- mark; mention; notice; observe; remark; take down; take note
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
zakelijke notitie business note; note
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- N.B.; please note

Verwante woorden van "note":


Synoniemen voor "note":


Antoniemen van "note":


Verwante definities voor "note":

  1. a characteristic emotional quality1
    • it ended on a sour note1
    • there was a note of gaiety in her manner1
    • he detected a note of sarcasm1
  2. a brief written record1
    • he made a note of the appointment1
  3. a short personal letter1
  4. a comment or instruction (usually added)1
    • his notes were appended at the end of the article1
  5. a notation representing the pitch and duration of a musical sound1
    • the singer held the note too long1
  6. a tone of voice that shows what the speaker is feeling1
    • there was a note of uncertainty in his voice1
  7. a piece of paper money (especially one issued by a central bank)1
    • he peeled off five one-thousand-zloty notes1
  8. a promise to pay a specified amount on demand or at a certain time1
    • I had to co-sign his note at the bank1
  9. high status importance owing to marked superiority1
  10. make mention of1
    • They noted that it was a fine day to go sailing1
  11. make a written note of1
    • she noted everything the teacher said that morning1
  12. notice or perceive1
    • She noted that someone was following her1
  13. observe with care or pay close attention to1
    • Take note of this chemical reaction1
  14. Additional information for the customer that should be informative but not essential to the task.2
  15. An Outlook item that can be attached to a record's history log. Typically a note contains information regarding a conversation with a customer or other people in the company they work for.2
  16. Text entered by the user that is displayed to contacts.2

Wiktionary: note

note
verb
  1. to set down in musical characters
  2. to denote, designate
  3. to record in writing
  4. to notice with care
noun
  1. reputation; distinction; as, a poet of note
  2. musical sound
  3. short informal letter
  4. character indicating the length and pitch of a tone
  5. memorandum
note
noun
  1. het aantekenen van iets
  2. (muziek) een geluid van zekere tijdsduur
  3. uitleg van een tekst (bijv. met bijgeplaatste annotaties)
verb
  1. aantekeningen maken
Cross Translation:
FromToVia
• note → notitie; aantekening; bericht ↔ Notiz — kurze, stichwortartige Auflistung
• note → aantekening; notitie ↔ Vermerk — allgemein: ein kurzer schriftlicher Eintrag, eine Anmerkung oder eine Notiz, die der eigenen Erinnerung, als Hinweis für andere und der Kommunikation mit anderen dient
• note → merken; bemerken; opmerken; bespeuren; in de smiezen krijgen; in het oog krijgen; ontwaren ↔ apercevoir — Remarquer une chose qui avait échappé d’abord.
• note → boeken; bijboeken; inschrijven; registreren ↔ inscrire — écrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc.
• note → aantekenen; noteren; opschrijven; teboekstellen ↔ noter — marquer d’un trait dans un livre, dans un écrit.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0951 seconde
Page rendered in 1.0 seconds