Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- men:
-
man:
- knakker; man; knul; vent; gozer; kerel; gast; manspersoon; persoon; mens; mensenkind; iemand; individu; wezen; goser; kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; butler; damschijf; schijf
- bemannen
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor men (Engels) in het Nederlands
men:
-
the men (menfolk)
Vertaal Matrix voor men:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mannen | men; menfolk | |
manvolk | men; menfolk | |
- | hands; manpower; work force; workforce | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | man; menfolk |
Verwante woorden van "men":
Synoniemen voor "men":
Verwante definities voor "men":
man:
-
the man (bloke; fellow; gent; chap; cove; mister; type)
-
the man (male)
-
the man (human being; person; human; individual)
-
the man (bloke; chap; lad; fellow)
-
the man (valet; servant; butler; lackey; pallbearer; footman; chamber servant)
-
the man (draughtsman)
-
the man
Conjugations for man:
present
- man
- man
- mans
- man
- man
- man
simple past
- manned
- manned
- manned
- manned
- manned
- manned
present perfect
- have manned
- have manned
- has manned
- have manned
- have manned
- have manned
past continuous
- was manning
- were manning
- was manning
- were manning
- were manning
- were manning
future
- shall man
- will man
- will man
- shall man
- will man
- will man
continuous present
- am manning
- are manning
- is manning
- are manning
- are manning
- are manning
subjunctive
- be manned
- be manned
- be manned
- be manned
- be manned
- be manned
diverse
- man!
- let's man!
- manned
- manning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor man:
Verwante woorden van "man":
Synoniemen voor "man":
Antoniemen van "man":
Verwante definities voor "man":
Wiktionary: man
man
Cross Translation:
verb
noun
man
noun
-
persoon van het mannelijk geslacht
-
een persoon van het mannelijk geslacht, man
- manspersoon → fellow; man
-
de Homo sapiens, het zoogdier waar wij toe gerekend worden
- mens → human; human being; man
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• man | → mens | ↔ Mensch — [1] als einzelnes Individuum |
• man | → mens | ↔ homme — Être humain. |
• man | → man | ↔ homme — Être humain adulte de sexe masculin. |
• man | → man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast | ↔ mâle — homme dans l’espèce humaine. |
• man | → pion | ↔ pion — Pièce de jeu d’échecs |
Verwante vertalingen van men
Nederlands