Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: market

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: market

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. market:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor market (Engels) in het Nederlands

market:

market [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the market (goods trade; market place)
    de markt; de handel; de goederenhandel
  2. the market (stock exchange; exchange)
    de beurs; de aandelenbeurs; de effectenbeurs
  3. the market (area of distribution; consuming market; opening)
    de afzetmarkt; het afzetgebied
  4. the market (cut down expenses; reduction; saving; )
    de besparing; de kostenbesparing; de inkrimping; de besnoeiing; de verkorting; de bezuiniging; de bekorting
  5. the market
    de markt
    • markt [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor market:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandelenbeurs exchange; market; stock exchange
afzetgebied area of distribution; consuming market; market; opening
afzetmarkt area of distribution; consuming market; market; opening
bekorting curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
besnoeiing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening cut; cutting of trees
besparing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
beurs exchange; market; stock exchange bursary; grant; purse; scholarship; stock exchange; stock market; study allowance; wallet
bezuiniging curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening cost reduction; cut back in costs
effectenbeurs exchange; market; stock exchange stock exchange; stock market
goederenhandel goods trade; market; market place
handel goods trade; market; market place business; commerce; commodity; dealing; employment; grip; merchandise; occupation; trade; trading; trafficking
inkrimping curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening reduction
kostenbesparing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
markt goods trade; market; market place
verkorting curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
- food market; grocery; grocery store; market place; marketplace; mart; securities industry
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- commercialise; commercialize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bring to market; deal in; launch; market area; market place; merchandise; offer..for sale in the market; take to market

Verwante woorden van "market":


Synoniemen voor "market":


Verwante definities voor "market":

  1. the world of commercial activity where goods and services are bought and sold1
    • without competition there would be no market1
  2. a marketplace where groceries are sold1
    • the grocery store included a meat market1
  3. an area in a town where a public mercantile establishment is set up1
  4. the securities markets in the aggregate1
    • the market always frustrates the small investor1
  5. the customers for a particular product or service1
    • before they publish any book they try to determine the size of the market for it1
  6. make commercial1
  7. engage in the commercial promotion, sale, or distribution of1
    • The company is marketing its new line of beauty products1
  8. deal in a market1
  9. buy household supplies1
    • We go marketing every Saturday1

Wiktionary: market

market
verb
  1. to make available and promote
noun
  1. -
  2. used attributively
  3. formally organized system of trading in specified goods or effects
  4. geographical area where a commercial demand exists
  5. group of customers for a product
  6. organised event of trading
  7. spacious site for trading
market
noun
  1. warenverkoop op pleinen en straten
  2. geheel van omstandigheden waaronder hoeveelheden van producten of diensten verhandeld worden
Cross Translation:
FromToVia
• market → markt ↔ Markt — verallgemeinert: Sphäre der Warenzirkulation
• market → markt ↔ Markt — Einrichtung/Ort zum Handel mit Waren
• market → jaarbeurs; kermis; markt; bazaar; marktplaats ↔ foire — assemblée considérable et publique qui se tient en temps et lieu désignés d’avance, où tous les marchands peuvent étaler et vendre des objets de leur commerce.
• market → markt; bazaar; marktplaats; marktplein; afzetgebied ↔ marché — Lieu de ce groupement
• market → markt; aanschaf; afname ↔ marché — Concept économique

Verwante vertalingen van market







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0721 seconde
Page rendered in 1.0 seconds