Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- tenant:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- tenant:
Engels
Uitgebreide vertaling voor tenant (Engels) in het Nederlands
tenant:
-
the tenant (renter)
– someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else 1 -
the tenant (householder; inhabitant; resident; renter; lodger; lessee)
– someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else 1 -
the tenant
– A client organization that is served from a single instance of an application by a Web service. A company can install one instance of software on a set of servers and offer Software as a Service to multiple tenants. 3
Vertaal Matrix voor tenant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bewoner | householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant | denizen; dweller; habitant; indweller; inhabitant |
bewoner van huurwoning | renter; tenant | |
huisbewoner | householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant | |
huurder | renter; tenant | |
inwoner | householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant | denizen; dweller; habitant; indweller; inhabitant |
tenant | tenant | |
- | renter | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | leaseholder |
Verwante woorden van "tenant":
Synoniemen voor "tenant":
Verwante definities voor "tenant":
Verwante vertalingen van tenant
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tenant (Nederlands) in het Engels
tenant:
-
de tenant
Vertaal Matrix voor tenant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tenant | tenant | bewoner; bewoner van huurwoning; huisbewoner; huurder; inwoner |