Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. silver:
  2. Silver:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor silver (Engels) in het Nederlands

silver:

silver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the silver
    het zilver
    • zilver [het ~] zelfstandig naamwoord

silver bijvoeglijk naamwoord

  1. silver (silvery; silver like)
    zilveren
  2. silver (silvery; silver like)
    zilverig; als zilver klinkend
  3. silver (silvery)
    zilverachtig

Vertaal Matrix voor silver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zilver silver
- Ag; ash gray; ash grey; atomic number 47; flatware; silver gray; silver grey; silver medal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zilverachtig silver; silvery
zilveren silver; silver like; silvery
zilverig silver; silver like; silvery
- argent; eloquent; facile; fluent; silver-tongued; silverish; silvern; silvery; smooth-spoken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- silver-plate
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
als zilver klinkend silver; silver like; silvery

Verwante woorden van "silver":

  • silvers

Synoniemen voor "silver":


Verwante definities voor "silver":

  1. expressing yourself readily, clearly, effectively1
    • silver speech1
  2. having the white lustrous sheen of silver1
    • a land of silver (or silvern) rivers where the salmon leap1
  3. of lustrous grey; covered with or tinged with the color of silver1
  4. made from or largely consisting of silver1
    • silver bracelets1
  5. silverware eating utensils1
  6. a trophy made of silver (or having the appearance of silver) that is usually awarded for winning second place in a competition1
  7. a light shade of grey1
  8. coins made of silver1
  9. a soft white precious univalent metallic element having the highest electrical and thermal conductivity of any metal; occurs in argentite and in free form; used in coins and jewelry and tableware and photography1
  10. turn silver1
    • The man's hair silvered very attractively1
  11. make silver in color1
    • Her worries had silvered her hair1
  12. coat with a layer of silver or a silver amalgam1
    • silver the necklace1

Wiktionary: silver

silver
noun
  1. metal
  2. cutlery/silverware
  3. items made of silver or other white metal
  4. color/colour
adjective
  1. made from silver
  2. having a color/colour like silver
silver
noun
  1. scheikunde|nld, element|nld scheikunde element met symbool Ag en atoomnummer 47. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal
adjective
  1. van zilver gemaakt

Cross Translation:
FromToVia
silver zilver Silberweißes, glänzendes Metall, Edelmetall
silver zilver argent — Élément, métal
silver verzilveren argenterrevêtir d’une couche d’argent.

Silver:

Silver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Silver
    – The intermediate level of service allocated to a case. The service contract a customer purchases determines the service level for its associated cases. 2
    Zilver
    • Zilver bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Silver:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zilver Silver

Verwante definities voor "Silver":

  1. The intermediate level of service allocated to a case. The service contract a customer purchases determines the service level for its associated cases.2

Verwante vertalingen van silver