Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. loose:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor loose:
    • losse


Engels

Uitgebreide vertaling voor loose (Engels) in het Nederlands

loose:

loose bijvoeglijk naamwoord

  1. loose (moveable; mobile; portable; transportable)
    mobiel; los; beweegbaar; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend
  2. loose (untight; not tight)
    los; verschuifbaar; niet vast; verplaatsbaar
  3. loose
    los; niet vast
  4. loose (wide)
    wijd; ruim
    • wijd bijvoeglijk naamwoord
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
  5. loose (friable; powdery)
    pulverig; los; rul; mul
    • pulverig bijvoeglijk naamwoord
    • los bijvoeglijk naamwoord
    • rul bijvoeglijk naamwoord
    • mul bijvoeglijk naamwoord
  6. loose (without discipline; undisciplined; uncurbed)
    ongedisciplineerd

to loose werkwoord (looses, loosed, loosing)

  1. to loose (loosen)
    – make loose or looser 1
    losmaken
    • losmaken werkwoord (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)

Conjugations for loose:

present
  1. loose
  2. loose
  3. looses
  4. loose
  5. loose
  6. loose
simple past
  1. loosed
  2. loosed
  3. loosed
  4. loosed
  5. loosed
  6. loosed
present perfect
  1. have loosed
  2. have loosed
  3. has loosed
  4. have loosed
  5. have loosed
  6. have loosed
past continuous
  1. was loosing
  2. were loosing
  3. was loosing
  4. were loosing
  5. were loosing
  6. were loosing
future
  1. shall loose
  2. will loose
  3. will loose
  4. shall loose
  5. will loose
  6. will loose
continuous present
  1. am loosing
  2. are loosing
  3. is loosing
  4. are loosing
  5. are loosing
  6. are loosing
subjunctive
  1. be loosed
  2. be loosed
  3. be loosed
  4. be loosed
  5. be loosed
  6. be loosed
diverse
  1. loose!
  2. let's loose!
  3. loosed
  4. loosing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor loose:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mobiel cell; cellphone; cellular phone; cellular telephone; mobile; mobile phone
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
losmaken loose; loosen bring about; bring on; effect; get undone; let go; liberate; loosen; produce; pull out; release; set at liberty; set free; unlace; unpick; unpin; untie; work loose
- free; let loose; liberate; loosen; relax; release; unleash; unloose; unloosen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beweegbaar loose; mobile; moveable; portable; transportable
los friable; loose; mobile; moveable; not tight; portable; powdery; transportable; untight rickety; staggering; toddling; tottering; unsettled; unstable; waddling
mobiel loose; mobile; moveable; portable; transportable
mul friable; loose; powdery
ongedisciplineerd loose; uncurbed; undisciplined; without discipline
roerend loose; mobile; moveable; portable; transportable compelling; emotional; gripping; heart warming; moving; stirring; thrilling; touching
ruim loose; wide stately
rul friable; loose; powdery
verplaatsbaar loose; mobile; moveable; not tight; portable; transportable; untight conveyable; transportable
verschuifbaar loose; not tight; untight
wijd loose; wide broad; wide
- at large; easy; escaped; free; idle; informal; lax; liberal; light; on the loose; open; promiscuous; slack; sluttish; unaffixed; wanton
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- free
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
mobiel cellular; cellular network
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- away; dissolute; floppy; light; mellow; off
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet vast loose; not tight; untight
pulverig friable; loose; powdery
verzetbaar loose; mobile; moveable; portable; transportable

Verwante woorden van "loose":


Synoniemen voor "loose":


Antoniemen van "loose":


Verwante definities voor "loose":

  1. not affixed1
    • the stamp came loose1
  2. casual and unrestrained in sexual behavior1
    • he was told to avoid loose (or light) women1
  3. not compact or dense in structure or arrangement1
    • loose gravel1
  4. (of a ball in sport) not in the possession or control of any player1
    • a loose ball1
  5. emptying easily or excessively1
    • loose bowels1
  6. not literal1
    • a loose interpretation of what she had been told1
  7. having escaped, especially from confinement1
    • dogs loose on the streets1
  8. not tight; not closely constrained or constricted or constricting1
    • loose clothing1
    • the large shoes were very loose1
  9. not officially recognized or controlled1
    • a loose organization of the local farmers1
  10. not carefully arranged in a package1
    • a box of loose nails1
  11. lacking a sense of restraint or responsibility1
    • a loose tongue1
  12. (of textures) full of small openings or gaps1
    • a loose weave1
  13. not tense or taut1
    • the old man's skin hung loose and grey1
  14. without restraint1
    • cows in India are running loose1
  15. become loose or looser or less tight1
  16. make loose or looser1
  17. turn loose or free from restraint1
  18. grant freedom to; free from confinement1

Wiktionary: loose

loose
adjective
  1. not compact
  2. relaxed
  3. not fitting tightly
  4. not packaged
    • looselos
  5. not fixed tightly
    • looselos
verb
  1. to let loose
  2. to unfasten
  3. to let go
  4. archery: to shoot
loose
noun
  1. een onverantwoordelijk iemand

Cross Translation:
FromToVia
loose los; ongebonden lâche — Non serré

Verwante vertalingen van loose