Engels

Uitgebreide vertaling voor heighten (Engels) in het Nederlands

heighten:

to heighten werkwoord (heightens, heightened, heightening)

  1. to heighten (raise; enhance)
    – increase 1
    verhogen; hoger maken
    • verhogen werkwoord (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
    • hoger maken werkwoord
  2. to heighten (elevate; raise)
    – increase the height of 1
    verhogen; ophogen
    • verhogen werkwoord (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
    • ophogen werkwoord (hoog op, hoogt op, hoogde op, hoogden op, opgehoogd)
  3. to heighten (exaggerate; blow up; overdo)
    overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken; opschroeven; overdreven voorstellen
    • overdrijven werkwoord (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)
    • opkloppen werkwoord (klop op, klopt op, klopte op, klopten op, opgeklopt)
    • opblazen werkwoord (blaas op, blaast op, blies op, bliezen op, opgeblazen)
    • aandikken werkwoord (dik aan, dikt aan, dikte aan, dikten aan, aangedikt)
    • opschroeven werkwoord (schroef op, schroeft op, schroefde op, schroefden op, opgeschroefd)

Conjugations for heighten:

present
  1. heighten
  2. heighten
  3. heightens
  4. heighten
  5. heighten
  6. heighten
simple past
  1. heightened
  2. heightened
  3. heightened
  4. heightened
  5. heightened
  6. heightened
present perfect
  1. have heightened
  2. have heightened
  3. has heightened
  4. have heightened
  5. have heightened
  6. have heightened
past continuous
  1. was heightening
  2. were heightening
  3. was heightening
  4. were heightening
  5. were heightening
  6. were heightening
future
  1. shall heighten
  2. will heighten
  3. will heighten
  4. shall heighten
  5. will heighten
  6. will heighten
continuous present
  1. am heightening
  2. are heightening
  3. is heightening
  4. are heightening
  5. are heightening
  6. are heightening
subjunctive
  1. be heightened
  2. be heightened
  3. be heightened
  4. be heightened
  5. be heightened
  6. be heightened
diverse
  1. heighten!
  2. let's heighten!
  3. heightened
  4. heightening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor heighten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verhogen heaping up; piling up
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandikken blow up; exaggerate; heighten; overdo blow out of proportions; blow up; exaggerate; overdo
hoger maken enhance; heighten; raise
opblazen blow up; exaggerate; heighten; overdo blow out of proportions; blow up; exaggerate; make or let explode; overdo
ophogen elevate; heighten; raise raise
opkloppen blow up; exaggerate; heighten; overdo blow out of proportions; blow up; exaggerate; overdo
opschroeven blow up; exaggerate; heighten; overdo force up; puff up
overdreven voorstellen blow up; exaggerate; heighten; overdo
overdrijven blow up; exaggerate; heighten; overdo blow out of proportions; blow up; charge; exaggerate; over-act; overdo
verhogen elevate; enhance; heighten; raise
- compound; deepen; enhance; intensify; raise; rise; sharpen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
opblazen blast
- aggravate; increase; raise

Verwante woorden van "heighten":


Synoniemen voor "heighten":


Verwante definities voor "heighten":

  1. make more intense, stronger, or more marked1
    • Pot smokers claim it heightens their awareness1
  2. increase1
    • heighten the tension1
  3. make (one's senses) more acute1
  4. make more extreme; raise in quantity, degree, or intensity1
    • heightened interest1
  5. become more extreme1
    • The tension heightened1
  6. increase the height of1
    • The athletes kept jumping over the steadily heightened bars1

Wiktionary: heighten

heighten
verb
  1. to augment, aggravate, intensify
  2. to make higher

Cross Translation:
FromToVia
heighten verergeren; verslechteren; aandikken aggraverrendre plus grave.
heighten meer gaan betalen; opslag geven; groeien; aangroeien; stijgen; toenemen; vergroten; vermeerderen; uitbouwen; uitbreiden; gedijen; wassen; aanwassen augmenterrendre une quantité plus grande.
heighten beuren; heffen; ophalen; oprichten; tillen; verheffen; fokken; opfokken élever — Traductions à trier suivant le sens

heighten vorm van height:

height [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the height
    de hoogte
    • hoogte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the height (hill; swell; rise)
    de heuvel; de bult
    • heuvel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the height (body height)
    de lichaamslengte

Vertaal Matrix voor height:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bult height; hill; rise; swell bruise; contusion; curving; hump; lump; rounding; swelling; swollen spot
heuvel height; hill; rise; swell
hoogte height
lichaamslengte body height; height
- altitude; stature; tallness

Verwante woorden van "height":


Synoniemen voor "height":


Verwante definities voor "height":

  1. (of a standing person) the distance from head to foot1
  2. elevation especially above sea level or above the earth's surface1
  3. the vertical dimension of extension; distance from the base of something to the top1

Wiktionary: height

height
noun
  1. height of a standing person or animal
  2. distance from bottom to top
height
noun
  1. niveau

Cross Translation:
FromToVia
height hoogte; stand; hoogteligging; verhevenheid altitude — géographie|fr hauteur d'un lieu par rapport au niveau de la mer.
height topje; kroon; kruin; top hautélévation, hauteur.
height hoogte; hoogten; hoogwaardigheid; waterhoogte; waterdiepte; hoogmoed; hooghartig hauteurdimension d’un corps considérer de sa base à son sommet.
height coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.