Frontier: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

frontier:
- grens; landgrens; rijksgrens; grens van een land; landsgrens; grensovergang; grensscheiding; grensafsluiting
Wiktionary:
- frontier → grens
- frontier → grens, perk, landsgrens

Engels

Uitgebreide vertaling voor frontier (Engels) in het Nederlands

frontier:

frontier [the ~] zelfstandig naamwoord

the frontier
de grens
- grens [de ~] zelfstandig naamwoord
the frontier (border)
de grens; de landgrens; de rijksgrens
- grens [de ~] zelfstandig naamwoord
- landgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
- rijksgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
the frontier (border)
de landgrens; grens van een land; de landsgrens
- landgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
- grens van een land [znw.] zelfstandig naamwoord
- landsgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
the frontier (border)
de grensovergang
- grensovergang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the frontier (border)
grensscheiding
- grensscheiding [znw.] zelfstandig naamwoord
the frontier (border barrier)
grensafsluiting
- grensafsluiting [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frontier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grens	border; frontier	bound; boundary; boundary line; extreme; last-ditch; limit; limiting factor; limiting value; line of demarcation; restriction; utmost
grens van een land	border; frontier
grensafsluiting	border barrier; frontier
grensovergang	border; frontier
grensscheiding	border; frontier
landgrens	border; frontier
landsgrens	border; frontier
rijksgrens	border; frontier

Verwante woorden van "frontier":

frontiers

Synoniemen voor "frontier":

wilderness; wild
boundary; bound; bounds
discipline; subject; subject area; subject field; field; field of study; study; bailiwick; branch of knowledge

Verwante definities voor "frontier":

an undeveloped field of study; a topic inviting research and development¹
- he worked at the frontier of brain science¹
an international boundary or the area (often fortified) immediately inside the boundary¹
a wilderness at the edge of a settled area of a country¹
- the individualism of the frontier in Andrew Jackson's day¹

Wiktionary: frontier

frontier

noun

part of a country that fronts or faces another country or an unsettled region
- frontier → grens

frontier

noun

een al dan niet denkbeeldige scheidingslijn
- grens → border; frontier; limit

Cross Translation:

From	To	Via
• frontier	→ grens; perk; landsgrens	↔ frontière — Les limites d’un état ou d’une contrée en tant qu’elles le séparer d’un autre état, d’une autre contrée.
• frontier	→ grens; perk	↔ limite — restriction ; point réel fini au-delà duquel on ne doit pas aller.

Verwante vertalingen van frontier

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor frontier (Nederlands) in het Engels

frontier: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

front: front; façade; housefront; frontline; face; frontage; front side; extent of front; front view; frontal view
Ier: Irishman

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: frontier

Uitgebreide vertaling voor frontier (Engels) in het Nederlands

frontier:

frontier [the ~] zelfstandig naamwoord

the frontier

the frontier (border)

the frontier (border)

the frontier (border)

the frontier (border)

the frontier (border barrier)

Vertaal Matrix voor frontier:

Verwante woorden van "frontier":

Synoniemen voor "frontier":

Verwante definities voor "frontier":

Wiktionary: frontier

Verwante vertalingen van frontier

Uitgebreide vertaling voor frontier (Nederlands) in het Engels

frontier: (*Woord en zin splitter gebruikt)

frontier: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}