Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- facing:
- face:
-
Wiktionary:
- facing → beleg
- face → onder ogen zien, mee afrekenen, tegemoet gaan, de confrontatie aangaan met
- face → zijde, bakkes, gezicht, gelaatsuitdrukking, gelaat, aangezicht, baan, voorgevel
- face → gezicht, air, gelaatsuitdrukking, mijne, uiterlijk, uitzicht, gelaat, aangezicht, toet, facie, porem
Engels
Uitgebreide vertaling voor facing (Engels) in het Nederlands
facing:
-
facing (opposite)
-
facing (on the other side; on the opposite side; opposite)
tegenoverliggend; aan de andere kant; aan de overkant; hiertegenover; aan de overzijde-
tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord
-
aan de andere kant bijvoeglijk naamwoord
-
aan de overkant bijvoeglijk naamwoord
-
hiertegenover bijwoord
-
aan de overzijde bijvoeglijk naamwoord
-
-
facing (defying; defiant; braving; provoking)
Vertaal Matrix voor facing:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | cladding; lining; veneer | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tegenoverliggend | facing; on the opposite side; on the other side; opposite | across |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hiertegenover | facing; on the opposite side; on the other side; opposite | |
tegenover | facing; opposite | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aan de andere kant | facing; on the opposite side; on the other side; opposite | on the other hand |
aan de overkant | facing; on the opposite side; on the other side; opposite | |
aan de overzijde | facing; on the opposite side; on the other side; opposite | |
tartend | braving; defiant; defying; facing; provoking | defiant; exceeding |
trotserend | braving; defiant; defying; facing; provoking |
Verwante woorden van "facing":
Synoniemen voor "facing":
Verwante definities voor "facing":
face:
-
the face (countenance; sight; pinnule)
-
the face (level)
-
the face (frontage)
-
the face (phiz; phizog; mug; trap)
-
the face (jaws; beak; muzzle; snout; mouth)
-
the face (front side; front)
-
the face (mug)
-
the face (mouth; snout; jaws; orifice)
-
the face (typeface)
– A set of characters that share common characteristics, such as stroke width and the presence or absence of serifs (short lines at the upper and lower edges of characters). 2het letterbeeld
-
to face (face up to; defy; stand to)
-
to face
– deal with (something unpleasant) head on 1
Conjugations for face:
present
- face
- face
- faces
- face
- face
- face
simple past
- faced
- faced
- faced
- faced
- faced
- faced
present perfect
- have faced
- have faced
- has faced
- have faced
- have faced
- have faced
past continuous
- was facing
- were facing
- was facing
- were facing
- were facing
- were facing
future
- shall face
- will face
- will face
- shall face
- will face
- will face
continuous present
- am facing
- are facing
- is facing
- are facing
- are facing
- are facing
subjunctive
- be faced
- be faced
- be faced
- be faced
- be faced
- be faced
diverse
- face!
- let's face!
- faced
- facing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor face:
Verwante woorden van "face":
Synoniemen voor "face":
Antoniemen van "face":
Verwante definities voor "face":
Wiktionary: face
face
Cross Translation:
verb
face
-
deal with, confront
-
of a polyhedron
- face → zijde
-
slang: the mouth
- face → bakkes
-
public image
- face → gezicht
-
facial expression
- face → gelaatsuitdrukking
-
part of head
- face → gelaat; gezicht; aangezicht
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• face | → gezicht | ↔ Gesicht — moderner Mensch: die vom Haupthaar ausgesparte Vorderseite des menschlichen Kopfes, auf der die Augen, die Nase und der Mund liegen |
• face | → air; gelaatsuitdrukking; mijne; gezicht; uiterlijk; uitzicht | ↔ Miene — Gesichtszüge als situativer Wesens- bzw. Gemütsausdruck |
• face | → gelaatsuitdrukking; air; gezicht; mijne; uiterlijk; uitzicht | ↔ Miene — äußere Erscheinung, mit besonderer Betonung des Gesichts |
• face | → gelaat | ↔ Antlitz — gehoben: vordere Teil des Kopfes bei Menschen und Säugetieren |
• face | → gezicht; gelaat; aangezicht; toet; facie; porem | ↔ visage — Face humaine |