Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- carry:
- carrier:
-
Wiktionary:
- carrier → postduif, drager, transporteur
- carrier → kruier, pakjesdrager, sjouwer, witkiel
- carry → ter beschikking hebben, beschikbaar hebben, overnemen, overdragen, onthouden, dragen, te horen zijn, sjouwen
- carry → greep, overdracht
- carry → dragen, coachen, trainen, fronsen, samentrekken, uitdragen, wegbrengen, wegdragen
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
carrier:
Het woord carrier is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van nederlands naar engels.
Engels
Uitgebreide vertaling voor carrier (Engels) in het Nederlands
carry:
-
to carry (transport)
-
to carry (transport)
vervoeren; transporteren-
transporteren werkwoord (transporteer, transporteert, transporteerde, transporteerden, getransporteerd)
-
to carry (bring; bring along)
-
to carry (support; shore; carry along)
-
to carry (drag; carry along)
-
to carry (bear; carry along)
Conjugations for carry:
present
- carry
- carry
- carries
- carry
- carry
- carry
simple past
- carried
- carried
- carried
- carried
- carried
- carried
present perfect
- have carried
- have carried
- has carried
- have carried
- have carried
- have carried
past continuous
- was carrying
- were carrying
- was carrying
- were carrying
- were carrying
- were carrying
future
- shall carry
- will carry
- will carry
- shall carry
- will carry
- will carry
continuous present
- am carrying
- are carrying
- is carrying
- are carrying
- are carrying
- are carrying
subjunctive
- be carried
- be carried
- be carried
- be carried
- be carried
- be carried
diverse
- carry!
- let's carry!
- carried
- carrying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor carry:
Verwante woorden van "carry":
Synoniemen voor "carry":
Verwante definities voor "carry":
Wiktionary: carry
carry
Cross Translation:
verb
carry
-
to stock or supply
- carry → ter beschikking hebben; beschikbaar hebben
-
to adopt; take over or stand in
- carry → overnemen
-
in an addition
- carry → overdragen; onthouden
-
to transmit or travel
- carry → dragen; te horen zijn
-
to transport by lifting
- carry → dragen
-
a manner of transporting or lifting something
- carry → greep
-
bit or digit carried in an addition
- carry → overdracht
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• carry | → dragen | ↔ tragen — etwas mit den Armen oder auf dem Rücken von einem Ort zu einem anderen Ort transportieren |
• carry | → coachen; trainen; fronsen; samentrekken; uitdragen; wegbrengen; wegdragen | ↔ entraîner — traîner avec soi, après soi. |
carrier:
-
the carrier (delivery-man; courier; messenger)
-
the carrier (mailman; postman; delivery-man; courier)
-
the carrier (shopping bag)
-
the carrier
-
the carrier
-
the carrier
de vervoerder -
the carrier (mobile operator)
– A company that provides telephone and other communications services to consumers. 2 -
the carrier (carrier detected)
– A signal in serial communications that is sent from a modem to its computer to indicate that the modem is ready for transmitting. 2
Vertaal Matrix voor carrier:
Verwante woorden van "carrier":
Synoniemen voor "carrier":
Verwante definities voor "carrier":
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van carrier
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor carrier (Nederlands) in het Engels
carrier: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Computer vertaling door derden: