Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: plague

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: plague

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

plague:
- epidemie; plaag; pest
Wiktionary:
- plague → pest, plaag, ellende, kwelling
- plague → kwellen, pesten, teisteren, treiteren
- plague → pest, plaag

Engels

Uitgebreide vertaling voor plague (Engels) in het Nederlands

plague:

plague [the ~] zelfstandig naamwoord

the plague (epidemic; pestilence)
de epidemie; de plaag; de pest
- epidemie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- plaag [de ~] zelfstandig naamwoord
- pest [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plague:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
epidemie	epidemic; pestilence; plague	epidemic
pest	epidemic; pestilence; plague	bubonic plague
plaag	epidemic; pestilence; plague
-	infestation; pest; pestilence; pestis
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	blight

Verwante woorden van "plague":

plagues

Synoniemen voor "plague":

pestilence; pest; pestis; epidemic disease
infestation; swarm; cloud
calamity; catastrophe; disaster; tragedy; cataclysm
annoyance; bother; botheration; pain; infliction; pain in the neck; pain in the ass
blight; afflict; smite
harass; hassle; harry; chivy; chivvy; chevy; chevvy; beset; molest; provoke; annoy; rag; get to; bother; get at; irritate; rile; nark; nettle; gravel; vex; chafe; devil

Verwante definities voor "plague":

an annoyance¹
- those children are a damn plague¹
any large scale calamity (especially when thought to be sent by God)¹
a swarm of insects that attack plants¹
- a plague of grasshoppers¹
any epidemic disease with a high death rate¹
a serious (sometimes fatal) infection of rodents caused by Yersinia pestis and accidentally transmitted to humans by the bite of a flea that has bitten an infected animal¹
cause to suffer a blight¹

Wiktionary: plague

plague

noun

an epidemic or pandemic caused by any pestilence
- plague → pest; plaag
widespread affliction, calamity
- plague → pest; plaag
a nuisance
- plague → pest; ellende; kwelling

verb

to harass
- plague → kwellen; pesten
to afflict with disease or calamity
- plague → teisteren

plague

noun

een wijdverspreid ongemak of fysieke bedreiging veroorzaakt door een buitensporig optreden van organismen als insecten, bacteriën, knaagdieren enz
- plaag → plague

verb

rottigheid uithalen ten nadele van iemand met het doel diegene dwars te zitten
- treiteren → bait; plague

Cross Translation:

From	To	Via
• plague	→ pest	↔ Pest — ohne Plural, Medizin: hochgradig ansteckende Krankheit, die durch das Bakterium Yersinia pestis verursacht wird.
• plague	→ plaag	↔ fléau — (Par extension) Être ou chose nuisible, redoutable ; calamité
• plague	→ pest	↔ peste — Maladie
• plague	→ plaag	↔ plaie — (Figuré) Calamité (4)

Verwante vertalingen van plague

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University