Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- drug:
-
Wiktionary:
- drug → drug, geneesmiddel, medicijn
- drug → drogeren, narcotiseren
- drug → medicatie, drug, toxicum, narcoticum, verdovend middel, remedie, medium, middel, weg, artsenij, geneesmiddel, medicijn
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor drug (Engels) in het Nederlands
drug:
-
the drug (medicine; remedy; medication)
-
the drug (stimulant)
-
the drug (dope)
-
to drug (intoxicate; stun; stupefy; make someone drunk)
Conjugations for drug:
present
- drug
- drug
- drugs
- drug
- drug
- drug
simple past
- drugged
- drugged
- drugged
- drugged
- drugged
- drugged
present perfect
- have drugged
- have drugged
- has drugged
- have drugged
- have drugged
- have drugged
past continuous
- was drugging
- were drugging
- was drugging
- were drugging
- were drugging
- were drugging
future
- shall drug
- will drug
- will drug
- shall drug
- will drug
- will drug
continuous present
- am drugging
- are drugging
- is drugging
- are drugging
- are drugging
- are drugging
subjunctive
- be drugged
- be drugged
- be drugged
- be drugged
- be drugged
- be drugged
diverse
- drug!
- let's drug!
- drugged
- drugging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor drug:
Verwante woorden van "drug":
Synoniemen voor "drug":
Verwante definities voor "drug":
Wiktionary: drug
drug
Cross Translation:
noun
drug
-
-
- drug → drug
-
psychoactive substance ingested for recreational use, especially illegal and addictive one
- drug → drug
-
to add intoxicating drugs to something
- drug → drogeren
noun
-
stimulerend, verdovend of hallucinerend middel
-
een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
-
(overgankelijk) onder narcose brengen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drug | → medicatie | ↔ Medikament — Medizin, Pharmazie: ein Arzneimittel, das in bestimmter Dosierung zur Heilung, Vorbeugung oder Linderung einer Krankheit dient |
• drug | → drug | ↔ Rauschgift — Sammelbezeichnung für Stoffe, die einen Rausch verursachen |
• drug | → toxicum; drug; narcoticum; verdovend middel | ↔ drogue — substance psychotrope |
• drug | → remedie; medium; middel; weg; artsenij; geneesmiddel; medicijn | ↔ remède — médecine|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie. |
Verwante vertalingen van drug
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor drug (Nederlands) in het Engels
drug:
-
de drug (genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel)
-
de drug (verslavend middel; dope; bedwelmend middel)
Vertaal Matrix voor drug:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dope | bedwelmend middel; dope; drug; verslavend middel | dope; doping; drugs; langslaper; narcotica; pep; pepmiddel; slaapkop |
drug | bedwelmend middel; dope; drug; genotmiddel; opwekkend middel; stimulerend middel; verslavend middel | artsenijmiddel; geneesmiddel; medicament; medicijn; middel; remedie |
stimulant | drug; genotmiddel; opwekkend middel; stimulerend middel | aanmoediging; aansporing; animering; opwekking; prikkel; stimulans; stimulerend middel; stimulering |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drug | bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen |
Verwante woorden van "drug":
Wiktionary: drug
drug
Cross Translation:
noun
drug
-
stimulerend, verdovend of hallucinerend middel
- drug → drug
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drug | → drug; dope | ↔ Rauschgift — Sammelbezeichnung für Stoffe, die einen Rausch verursachen |
• drug | → drug; narcotic | ↔ drogue — substance psychotrope |