Engels
Uitgebreide vertaling voor courteous (Engels) in het Nederlands
courteous:
-
courteous (courtly; polite)
hoffelijk; voorkomend; attent; galant; ridderlijk-
hoffelijk bijvoeglijk naamwoord
-
voorkomend bijvoeglijk naamwoord
-
attent bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
ridderlijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
courteous (well bred; polite; well-mannered; complaisant; mannerly; civil; pliable; pliant; forward; responsive; courtly; chivalrous; obliging; well-educated; well educated)
beleefd; beschaafd; voorkomend; welopgevoed; wellevend; gemanierd-
beleefd bijvoeglijk naamwoord
-
beschaafd bijvoeglijk naamwoord
-
voorkomend bijvoeglijk naamwoord
-
welopgevoed bijvoeglijk naamwoord
-
wellevend bijvoeglijk naamwoord
-
gemanierd bijvoeglijk naamwoord
-
-
courteous (well-mannered; properly; respectable; proper; dignified; chivalrous; reputable)
netjes; beschaafd; fatsoenlijk; welgemanierd; welopgevoed-
netjes bijwoord
-
beschaafd bijvoeglijk naamwoord
-
fatsoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
welgemanierd bijvoeglijk naamwoord
-
welopgevoed bijvoeglijk naamwoord
-
-
courteous (civilized; cultivated; civil; polite; cultured; civilised)
ontwikkeld; geciviliseerd; beschaafd; gecultiveerd-
ontwikkeld bijvoeglijk naamwoord
-
geciviliseerd bijvoeglijk naamwoord
-
beschaafd bijvoeglijk naamwoord
-
gecultiveerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
courteous
Vertaal Matrix voor courteous:
Verwante woorden van "courteous":
Synoniemen voor "courteous":
Antoniemen van "courteous":
Verwante definities voor "courteous":
Wiktionary: courteous
courteous
Cross Translation:
adjective
courteous
-
showing regard for others
- courteous → hoffelijk
adjective
-
van goede omgangsvormen getuigend
-
net en goed opgevoed
-
hoffelijk, beleefd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• courteous | → burgerlijk; civiel | ↔ civil — citoyen ; relatif aux citoyens. |
• courteous | → beleefd; galant; heus; hoffelijk; welgemanierd; wellevend | ↔ courtois — qui fait preuve de distinction, de politesse |
• courteous | → beleefd; galant; heus; hoffelijk; welgemanierd; wellevend | ↔ poli — courtois, civil, honnête, complaisant, convenable, qui utilise les règles de la politesse, qui observe les convenances de la société. |