Ancient: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

ancient:
- antiek; oud; ouderwets; verouderd; onmodern; oeroud; ouderwetse
Wiktionary:
- ancient → oeroud, antiek, eertijds, weleers, eeuwenoud
- ancient → oudheid, aloud, antiek, ouderwets, archaïsch, archaïsche

Engels

Uitgebreide vertaling voor ancient (Engels) in het Nederlands

ancient (antique; old fashioned; old; veteran)
antiek; oud; ouderwets
- antiek bijvoeglijk naamwoord
- oud bijvoeglijk naamwoord
- ouderwets bijvoeglijk naamwoord
ancient (outdated; obsolete; old fashioned; out of date; outmoded; not modern)
verouderd; ouderwets; onmodern
- verouderd bijvoeglijk naamwoord
- ouderwets bijvoeglijk naamwoord
- onmodern bijvoeglijk naamwoord
ancient (archaic; antique)
oeroud
- oeroud bijvoeglijk naamwoord
ancient (old fashioned; outdated; outmoded)
ouderwetse
- ouderwetse bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antiek		antique
-	antediluvian
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antiek	ancient; antique; old; old fashioned; veteran
oeroud	ancient; antique; archaic
oud	ancient; antique; old; old fashioned; veteran	aged; decrepit; flat; kicked off; stale; worn; worn out; worn with age
ouderwets	ancient; antique; not modern; obsolete; old; old fashioned; out of date; outdated; outmoded; veteran
verouderd	ancient; not modern; obsolete; old fashioned; out of date; outdated; outmoded	legacy
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	extremely old; old as the hills
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onmodern	ancient; not modern; obsolete; old fashioned; out of date; outdated; outmoded
ouderwetse	ancient; old fashioned; outdated; outmoded

very old¹
- an ancient mariner¹
belonging to times long past especially of the historical period before the fall of the Western Roman Empire¹
- ancient history¹
- ancient civilizations such as those of the Etruscans and Sumerians¹
- ancient Greece¹
a person who lived in ancient times¹
a very old person¹

ancient

adjective

-
- ancient → oeroud; antiek
existent or occurring in time long past
- ancient → eertijds; weleers; oeroud; eeuwenoud
having lasted from a remote period
- ancient → antiek; oeroud

Cross Translation:

From	To	Via
• ancient	→ oudheid	↔ ancien — Qui exister depuis très longtemps.
• ancient	→ aloud; antiek; ouderwets	↔ antique — exister dans l’antiquité.
• ancient	→ archaïsch; archaïsche	↔ archaïque — désuet (1) :