Small: vertaling Engels

small bijvoeglijk naamwoord

small (little; tiny; short; minuscule; diminutive; undersized; inferior; inadequate; low-grade; middling; shortish)
klein; ondermaats; van geringe afmeting
- klein bijvoeglijk naamwoord
- ondermaats bijvoeglijk naamwoord
- van geringe afmeting bijvoeglijk naamwoord
small (narrow; tight; cramped)

– limited in size or scope ¹
van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal
- van geringe breedte bijvoeglijk naamwoord
- nauw bijvoeglijk naamwoord
- eng bijvoeglijk naamwoord
- smalletjes bijwoord
- smal bijvoeglijk naamwoord
small (insignificant; minimal; little; infinitesimal; minor; slight; scant)
weinig; minimaal; gering; miniem; minste; luttel
- weinig bijvoeglijk naamwoord
- minimaal bijvoeglijk naamwoord
- gering bijvoeglijk naamwoord
- miniem bijvoeglijk naamwoord
- minste bijvoeglijk naamwoord
- luttel bijvoeglijk naamwoord
small (to a limited extent; to a small extent)
in geringe mate; klein
- in geringe mate bijvoeglijk naamwoord
- klein bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor small:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eng	cramped; narrow; small; tight	alarming; creepy; disquieting; disturbing; eerie; fearfull; frightening; frightful; frightning; grisly; grizly; imminent; impending; lugubrious; narrowly; ominous; scary; sinister; spooky; terrifying; threatening
gering	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small	modest; unassuming; unpretentious
klein	diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; to a limited extent; to a small extent; undersized
luttel	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small	few
miniem	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small	facetiously; minimal; slight
minimaal	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small	concise; minimal; succinct
minste	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small
nauw	cramped; narrow; small; tight	narrowly; tight
ondermaats	diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; undersized	immature; inferior; poor
smal	cramped; narrow; small; tight
weinig	infinitesimal; insignificant; little; minimal; minor; scant; slight; small	few; little; not a lot; not many; not much
-	belittled; diminished; humble; little; low; lowly; minor; minuscule; modest; pocket-size; pocket-sized; small-scale
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
smalletjes	cramped; narrow; small; tight
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	short of stature
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
in geringe mate	small; to a limited extent; to a small extent
minste		fewest; least; lowest; slightest; smallest
van geringe afmeting	diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; undersized
van geringe breedte	cramped; narrow; small; tight

Verwante woorden van "small":

smallness, smallest

Synoniemen voor "small":

little; bantam; diminutive; lilliputian; midget; petite; tiny; flyspeck; bitty; bittie; teensy; teentsy; teeny; wee; weeny; weensy; teensy-weensy; teeny-weeny; itty-bitty; itsy-bitsy; dinky; dwarfish; elfin; elflike; gnomish; half-size; infinitesimal; minute; microscopic; lesser; micro; miniature; minuscule; miniscule; olive-sized; pocket-size; pocket-sized; pocketable; puny; runty; shrimpy; slender; slim; smaller; littler; smallish; small-scale; undersize; undersized
minor; modest; small-scale; pocket-size; pocket-sized; limited
humble; low; lowly; inferior
young; immature
moderate
soft
little
belittled; diminished; decreased; reduced
minuscule; lowercase
fine
body part
size

Antoniemen van "small":

big; large

Verwante definities voor "small":

made to seem smaller or less (especially in worth)¹
- her comments made me feel small¹
limited or below average in number or quantity or magnitude or extent¹
- a small car¹
- a little (or small) group¹
limited in size or scope¹
- a small business¹
(of a voice) faint¹
- a still small voice¹
lowercase¹
- small a¹
not large but sufficient in size or amount¹
- helped in my own small way¹
slight or limited; especially in degree or intensity or scope¹
- a series of death struggles with small time in between¹
(of children and animals) young, immature¹
- small children¹
have fine or very small constituent particles¹
- a small misty rain¹
low or inferior in station or quality¹
- small beginnings¹
on a small scale¹
- think small¹
a garment size for a small person¹
the slender part of the back¹

Wiktionary: small

small

adjective

not large
- small → klein; nietig; minuscuul
young
- small → klein; jong

small

adjective

klein in afmeting of getal
- gering → small
van geringe grootte
- klein → small; little; diminutive

Cross Translation:

From	To	Via
• small	→ kruis	↔ Kreuz — umgangssprachlich: Bereich des Rückens
• small	→ klein	↔ klein — von geringem Ausmaß
• small	→ smal	↔ schmal — wenig breit
• small	→ klein; nietig; minuscuul	↔ petit — De taille réduite.

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: small

Uitgebreide vertaling voor small (Engels) in het Nederlands

small:

small bijvoeglijk naamwoord

small (little; tiny; short; minuscule; diminutive; undersized; inferior; inadequate; low-grade; middling; shortish)

small (narrow; tight; cramped)

small (insignificant; minimal; little; infinitesimal; minor; slight; scant)

small (to a limited extent; to a small extent)

Vertaal Matrix voor small:

Verwante woorden van "small":

Synoniemen voor "small":

Antoniemen van "small":

Verwante definities voor "small":

Wiktionary: small

Verwante vertalingen van small