Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: sanction

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: sanction

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sanction:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor sanction (Engels) in het Nederlands

sanction:

sanction [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sanction
    de sanctie
    • sanctie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the sanction (punitive measure)
    de strafmaatregel

to sanction werkwoord (sanctions, sanctioned, sanctioning)

  1. to sanction (give one's fiat to; authorize; validate; )
    goedkeuren; goedvinden; toestemming verlenen; autoriseren; fiatteren
    • goedkeuren werkwoord (keur goed, keurt goed, keurde goed, keurden goed, goedgekeurd)
    • goedvinden werkwoord (vind goed, vindt goed, vond goed, vonden goed, goedgevonden)
    • autoriseren werkwoord (autoriseer, autoriseert, autoriseerde, autoriseerden, geautoriseerd)
    • fiatteren werkwoord (fiatteer, fiatteert, fiatteerde, fiatteerden, gefiatteerd)
  2. to sanction (ratify; validate)
    ratificeren
    • ratificeren werkwoord (ratificeer, ratificeert, ratificeerde, ratificeerden, geratificeerd)

Conjugations for sanction:

present
  1. sanction
  2. sanction
  3. sanctions
  4. sanction
  5. sanction
  6. sanction
simple past
  1. sanctioned
  2. sanctioned
  3. sanctioned
  4. sanctioned
  5. sanctioned
  6. sanctioned
present perfect
  1. have sanctioned
  2. have sanctioned
  3. has sanctioned
  4. have sanctioned
  5. have sanctioned
  6. have sanctioned
past continuous
  1. was sanctioning
  2. were sanctioning
  3. was sanctioning
  4. were sanctioning
  5. were sanctioning
  6. were sanctioning
future
  1. shall sanction
  2. will sanction
  3. will sanction
  4. shall sanction
  5. will sanction
  6. will sanction
continuous present
  1. am sanctioning
  2. are sanctioning
  3. is sanctioning
  4. are sanctioning
  5. are sanctioning
  6. are sanctioning
subjunctive
  1. be sanctioned
  2. be sanctioned
  3. be sanctioned
  4. be sanctioned
  5. be sanctioned
  6. be sanctioned
diverse
  1. sanction!
  2. let's sanction!
  5. sanctioned
  6. sanctioning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor sanction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedvinden acceptance; access; admission; admittance; allowance; granting; permission
sanctie sanction
strafmaatregel punitive measure; sanction
- authorisation; authority; authorization; countenance; endorsement; imprimatur; indorsement; warrant
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autoriseren admit; allow; authorise; authorize; confirm; give one's fiat to; permit; sanction; validate allow; authorise; authorize; permit; tolerate
fiatteren admit; allow; authorise; authorize; confirm; give one's fiat to; permit; sanction; validate authorise; authorize
goedkeuren admit; allow; authorise; authorize; confirm; give one's fiat to; permit; sanction; validate accept; acknowledge; admit; allow; approve; authorise; authorize; bear out; concede; confirm; give one's fiat to; grant; permit; ratify; seal; submit to; support; tolerate; uphold; validate
goedvinden admit; allow; authorise; authorize; confirm; give one's fiat to; permit; sanction; validate admit; allow; authorise; authorize; concede; give one's fiat to; grant; permit; submit to; tolerate
ratificeren ratify; sanction; validate
toestemming verlenen admit; allow; authorise; authorize; confirm; give one's fiat to; permit; sanction; validate
- O.K.; approve; okay
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedkeuren authorize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- penalty; punitive sanction

Verwante woorden van "sanction":


Synoniemen voor "sanction":


Antoniemen van "sanction":


Verwante definities voor "sanction":

  1. a mechanism of social control for enforcing a society's standards1
  2. the act of final authorization1
    • it had the sanction of the church1
  3. official permission or approval1
  4. formal and explicit approval1
  5. give sanction to1
  6. give religious sanction to, such as through on oath1
  7. give authority or permission to1

Wiktionary: sanction

sanction
verb
  1. To penalize a state, especially for violating international law
sanction
noun
  1. strafmaatregel
  2. maatregel om iemand te straffen
Cross Translation:
FromToVia
• sanction → beamen; billijken; goedkeuren; toestemmen ↔ approuver — tenir pour acceptable.
• sanction → sanctie; strafmaatregel ↔ sanction — acte par lequel le souverain, le chef du pouvoir exécutif donner à une loi l’approbation, la confirmation qui la rendre exécutoire.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0399 seconde
Page rendered in 1.0 seconds