Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- nausea:
-
Wiktionary:
- nausea → zeeziek, misselijkheid, nausea
- nausea → ongesteldheid, kou, verkoudheid, misselijkheid
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
nausea:
-
Wiktionary:
nausea → nausea
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor nausea (Engels) in het Nederlands
nausea:
-
the nausea (illness; sickness; rottenness)
Vertaal Matrix voor nausea:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
misselijkheid | illness; nausea; rottenness; sickness | |
ongesteldheid | illness; nausea; rottenness; sickness | menses; menstruation; period |
onpasselijkheid | illness; nausea; rottenness; sickness | |
- | sickness |
Synoniemen voor "nausea":
Verwante definities voor "nausea":
Wiktionary: nausea
nausea
Cross Translation:
noun
nausea
-
sea-sickness
- nausea → zeeziek
-
feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit
- nausea → misselijkheid
noun
-
vorm van onpasselijkheid die gepaard kan gaan met een neiging tot braken, als signaal van het lichaam dat er iets mis is of als reactie op iets onaangenaams
-
misselijkheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nausea | → ongesteldheid; kou; verkoudheid | ↔ Dalles — westmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung |
• nausea | → misselijkheid | ↔ nausée — envie de vomir. |