Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. framework:
  2. frame-work:
  3. frame work:
  4. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. framework:


Engels

Uitgebreide vertaling voor framework (Engels) in het Nederlands

framework:

framework [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the framework (frame; body; skeleton; carcass; shell)
    het raamwerk; het frame; het geraamte; het skelet
    • raamwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • frame [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • skelet [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the framework (carcass; skeleton; frame)
    het geraamte; de karkas
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • karkas [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the framework
    het lijstwerk

Vertaal Matrix voor framework:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frame body; carcass; frame; framework; shell; skeleton frame; video frame
geraamte body; carcass; frame; framework; shell; skeleton carcass; chassis; foundation; frame-work; shell; structure
karkas carcass; frame; framework; skeleton carcase
lijstwerk framework
raamwerk body; carcass; frame; framework; shell; skeleton
skelet body; carcass; frame; framework; shell; skeleton bone structure; skeleton
- fabric; model; theoretical account
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- frame; skeleton

Verwante woorden van "framework":

  • frameworks

Synoniemen voor "framework":


Verwante definities voor "framework":

  1. a structure supporting or containing something1
  2. the underlying structure1
    • providing a factual framework for future research1
  3. a hypothetical description of a complex entity or process1
  4. In object-oriented programming, a reusable basic design structure, consisting of abstract and concrete classes, that assists in building applications.2

Wiktionary: framework

framework
noun
  1. a basic conceptual structure
  2. the arrangement of support beams that represent a buildings general shape and size

frame-work:

frame-work [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the frame-work (chassis; carcass; foundation; structure; shell)
    de chassis; het geraamte
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frame-work:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis carcass; chassis; foundation; frame-work; shell; structure bogie; chassis; landing gear; undercarriage
geraamte carcass; chassis; foundation; frame-work; shell; structure body; carcass; frame; framework; shell; skeleton

frame work:

frame work [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the frame work
    het kader; de rand; omranding
    • kader [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • omranding [znw.] zelfstandig naamwoord
    de lijst
    – rand 3
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst3

Vertaal Matrix voor frame work:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kader frame work cornice; executive; executives; frame; framing; molding; moulding; mounting; panel; rim; staff
lijst frame work SharePoint list; cornice; flat list; frame; framing; list; membership register; membership roll; molding; moulding; mounting; panel; picture frame; record; register; report; rim; schedule; statement; summary; table
omranding frame work
rand frame work border; cornice; edge; frame; framing; molding; moulding; mounting; panel; ridge; rim; seam; side