Crook: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

crook:
- bedrieger; oplichter; weerhaak; vishaak; angel; herdersstok; herdersstaf
Wiktionary:
- crook → afzetster, bedrieger, bedriegster, afzetter, oplichter, oplichtster, zwendelaar, zwendelaarster, ploert
- crook → gat, hol, holte, kuil, put, oplichter

Engels

Uitgebreide vertaling voor crook (Engels) in het Nederlands

the crook (swindler; imposter; con man)
de bedrieger; de oplichter
- bedrieger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- oplichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the crook (fish hook; barb; sting; fish-hook; hook)
de weerhaak; de vishaak; de angel
- weerhaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vishaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the crook (sheperd's crook; sheep-hook)
herdersstok; de herdersstaf
- herdersstok [znw.] zelfstandig naamwoord
- herdersstaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angel	barb; crook; fish hook; fish-hook; hook; sting	barb; fish-hook; sting
bedrieger	con man; crook; imposter; swindler
herdersstaf	crook; sheep-hook; sheperd's crook
herdersstok	crook; sheep-hook; sheperd's crook
oplichter	con man; crook; imposter; swindler
vishaak	barb; crook; fish hook; fish-hook; hook; sting
weerhaak	barb; crook; fish hook; fish-hook; hook; sting
-	bend; criminal; felon; malefactor; outlaw; shepherd's crook; turn; twist
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	curve

crook

noun

crook

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• crook	→ gat; hol; holte; kuil; put	↔ creux — cavité, concavité, trou.
• crook	→ oplichter	↔ escroc — Celui ou celle qui escroque