Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. boo:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor boo (Engels) in het Nederlands

boo:

boo bijvoeglijk naamwoord

  1. boo
    boe
    • boe bijvoeglijk naamwoord

boo werkwoord

  1. boo (roar; howl)
    uitjouwen; joelen
    • uitjouwen werkwoord
    • joelen werkwoord (joel, joelt, joelde, joelden, gejoeld)

Vertaal Matrix voor boo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joelen shout
- Bronx cheer; bird; hiss; hoot; raspberry; razz; razzing; snort
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joelen boo; howl; roar
uitjouwen boo; howl; roar call someone names
- hiss
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boe boo

Verwante woorden van "boo":


Synoniemen voor "boo":


Antoniemen van "boo":


Verwante definities voor "boo":

  1. a cry or noise made to express displeasure or contempt1
  2. show displeasure, as after a performance or speech1

Wiktionary: boo


Cross Translation:
FromToVia
boo uitjouwen; bassen; huilen aboyer — Traductions à trier suivant le sens
boo honen; spotten; bespotten; uitjouwen bafouertraiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.