Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. élan:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. elan:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor élan (Engels) in het Nederlands

elan:


Vertaal Matrix voor elan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ardor; ardour; dash; flair; panache; style; zeal

Synoniemen voor "elan":


Verwante definities voor "elan":

  1. enthusiastic and assured vigor and liveliness1
    • a performance of great elan and sophistication1
  2. distinctive and stylish elegance1
  3. a feeling of strong eagerness (usually in favor of a person or cause)1

Wiktionary: elan

elan
noun
  1. animo

élan:

élan [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the élan (diligence; fervour; ardor; )
    het elan; de pit; het vuur; de gloed; de vlam
    • elan [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlam [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor élan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elan ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan
gloed ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan ardor; ardour; craze; fieriness; fire; gleam; glimmer; glow; glow effect; heartiness; lucidity; luminosity; outer glow; passion; radiance; shine; warmth
pit ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan kernel; pip; pit; pith; seed; stone; wick
vlam ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan
vuur ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan ardor; ardour; blaze; craze; fieriness; fire; flames; heartiness; log fire; passion; verve; wood fire; zeal; zest

Wiktionary: élan


Cross Translation:
FromToVia
élan aanloop élan — (1)

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor élan (Nederlands) in het Engels

elan:

elan [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het elan (pit; vuur; gloed; vlam)
    the élan; the diligence; the fervour; the ardor; the zeal; the zest; the assiduity; the ardour; the fervor
    • élan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • diligence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fervour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • zeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • assiduity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • fervor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor elan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ardor elan; gloed; pit; vlam; vuur drift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; innigheid; liefde; lust; overgave; passie; vurigheid; vuur; wellust
ardour elan; gloed; pit; vlam; vuur drift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; innigheid; liefde; lust; overgave; passie; vurigheid; vuur; wellust
assiduity elan; gloed; pit; vlam; vuur ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
diligence elan; gloed; pit; vlam; vuur activiteit; ambitie; arbeid; arbeidzaamheid; aspiratie; bedrijvigheid; bezigheid; devotie; genegenheid; ijver; ijverigheid; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zorgzaamheid
fervor elan; gloed; pit; vlam; vuur animo; belangstelling; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zin
fervour elan; gloed; pit; vlam; vuur animo; belangstelling; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zin
zeal elan; gloed; pit; vlam; vuur activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezetenheid; bezigheid; drift; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; passie; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
zest elan; gloed; pit; vlam; vuur drift; hartstocht; houtvuur; krachtdadigheid; passie; voortvarendheid; vuur
élan elan; gloed; pit; vlam; vuur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeal toegewijd

Wiktionary: elan

elan
noun
  1. animo

Cross Translation:
FromToVia
elan go; vigor; vim Elan — die Begeisterung oder der Schwung, womit man etwas macht

Computer vertaling door derden: