Rumour: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

rumour:
- rumoer; gedruis; tumult; praat; gerucht
Wiktionary:
- rumour → gerucht, mare, roddel
- rumour → rumoer, geruchten, gerucht

Engels

Uitgebreide vertaling voor rumour (Engels) in het Nederlands

the rumour (noise; roar; hubbub; hum; movement; din; rumor)
het rumoer; het gedruis; het tumult
- rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- gedruis [het ~] zelfstandig naamwoord
- tumult [het ~] zelfstandig naamwoord
the rumour (gossip; talk; chat; rumor)
de praat
- praat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the rumour (rumor; hearsay)

– gossip (usually a mixture of truth and untruth) passed around by word of mouth ¹
het gerucht
- gerucht [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gedruis	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour
gerucht	hearsay; rumor; rumour	false rumour
praat	chat; gossip; rumor; rumour; talk
rumoer	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	bedlam; clamor; clamour; commotion; din; fuss; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; sound; tumult; tumultuousness; uproar
tumult	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour	bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bruit; rumor
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	hearsay; report; rumor

rumour

noun

een mededeling of nieuwtje dat de ronde doet maar nog niet bevestigd is, zodat je niet zeker bent of het waar is
- gerucht → rumour; rumor
gerucht
- mare → rumour
kwaadsprekerij, achterklap
- roddel → gossip; rumour; rumor

Cross Translation:

From	To	Via
• rumour	→ rumoer; geruchten	↔ rumeur — Mouvement de suspicion publique contre quelqu’un
• rumour	→ rumoer; gerucht	↔ rumeur — Information diffusée dont la véracité est douteuse