Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- put:
-
Wiktionary:
- put → zetten, plaatsen, leggen, doen, stellen, brengen
- put → zetten, plaatsen, stellen, aanwenden, benutten, gebruiken, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, leggen, steken, stoppen, doen, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen, aanzetten, voordoen, indoen, inleggen, inzetten, vertegenwoordigen, staan voor, beschrijven, spelen, uitvoeren, voorspelen, betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor put (Engels) in het Nederlands
put:
Conjugations for put:
present
- put
- put
- puts
- put
- put
- put
simple past
- put
- put
- put
- put
- put
- put
present perfect
- have put
- have put
- has put
- have put
- have put
- have put
past continuous
- was putting
- were putting
- was putting
- were putting
- were putting
- were putting
future
- shall put
- will put
- will put
- shall put
- will put
- will put
continuous present
- am putting
- are putting
- is putting
- are putting
- are putting
- are putting
subjunctive
- be put
- be put
- be put
- be put
- be put
- be put
diverse
- put!
- let's put!
- put
- putting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor put:
Synoniemen voor "put":
Antoniemen van "put":
Verwante definities voor "put":
Wiktionary: put
put
Cross Translation:
verb
put
Cross Translation:
Verwante vertalingen van put
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor put (Nederlands) in het Engels
put:
Vertaal Matrix voor put:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
well | bron; put; waterput; wel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
well | blakend; blakend van gezondheid; fit; florerend; getraind; gezond; jawel; tja; wel; welgesteld; welnu; welvarend; zonder ziekte |
Verwante woorden van "put":
Wiktionary: put
put
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• put | → well; spring; fountain | ↔ Brunnen — Tiefbauwerk zur Gewinnung von Grundwasser oder Uferfiltrat, manchmal, vor allem früher, auch Bauwerke zur Gewinnung von Quellwasser |
• put | → cave; cavity; crook; hole; hollow; pit; crotch | ↔ creux — cavité, concavité, trou. |
• put | → pit; well | ↔ puits — Trou pour tirer de l'eau |
putten:
-
de putten (waterputten)
Vertaal Matrix voor putten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
wells | putten; waterputten |