Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: marshal

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: marshal

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

marshal:
- maarschalk
- marshallen
Wiktionary:
- marshal → maarschalk
- marshal → deurwaarder, bescherming, behoud, bewaring, handhaving, bewaarder, bewaker, hoeder, wacht, wachter, maarschalk

Engels

Uitgebreide vertaling voor marshal (Engels) in het Nederlands

marshal:

marshal [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

the marshal (field marshal; marshall)
de maarschalk
- maarschalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to marshal werkwoord (marshals, marshalled, marshalling)

to marshal

– To package and send interface method parameters across thread or process boundaries. ¹
marshallen
- marshallen werkwoord

Conjugations for marshal:

present

marshal
marshal
marshals
marshal
marshal
marshal

simple past

marshalled
marshalled
marshalled
marshalled
marshalled
marshalled

present perfect

have marshalled
have marshalled
has marshalled
have marshalled
have marshalled
have marshalled

past continuous

was marshalling
were marshalling
was marshalling
were marshalling
were marshalling
were marshalling

future

shall marshal
will marshal
will marshal
shall marshal
will marshal
will marshal

continuous present

am marshalling
are marshalling
is marshalling
are marshalling
are marshalling
are marshalling

subjunctive

be marshalled
be marshalled
be marshalled
be marshalled
be marshalled
be marshalled

diverse

marshal!
let's marshal!
marshalled
marshalling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor marshal:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maarschalk	field marshal; marshal; marshall
-	marshall
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marshallen	marshal
-	marshall; mobilise; mobilize; summon

Verwante woorden van "marshal":

marshals

Synoniemen voor "marshal":

marshall; lawman; law officer; peace officer
commissioned military officer
put; set; place; pose; position; lay
arrange; set up
mobilize; mobilise; summon; gather; garner; collect; pull together
usher; show

Verwante definities voor "marshal":

a law officer having duties similar to those of a sheriff in carrying out the judgments of a court of law²
(in some countries) a military officer of highest rank²
make ready for action or use²
- marshal resources²
arrange in logical order²
- marshal facts or arguments²
place in proper rank²
- marshal the troops²
lead ceremoniously, as in a procession²
To package and send interface method parameters across thread or process boundaries.¹

Wiktionary: marshal

marshal

noun

military officer of the highest rank
- marshal → maarschalk

marshal

noun

hoogste officier van het leger
- maarschalk → marshal

Cross Translation:

From	To	Via
• marshal	→ deurwaarder	↔ Gerichtsvollzieher — Beamter, dessen Aufgabe es ist, richterliche Urteile und andere Vollstreckungstitel gegebenenfalls zwangsweise zu vollstrecken
• marshal	→ bescherming; behoud; bewaring; handhaving; bewaarder; bewaker; hoeder; wacht; wachter	↔ garde — Traductions à trier suivant le sens
• marshal	→ bewaarder; bewaker; hoeder; wacht; wachter	↔ gardien — personne qui garder, qui surveiller, qui défendre.
• marshal	→ maarschalk	↔ maréchal — titre de la plus haute dignité dans la hiérarchie militaire.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van marshal

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor marshal (Nederlands) in het Engels

marshal: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Computer vertaling door derden: