Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
turn:
- spelletje; beurt; rondje; bocht; kromming; draai; kromte; keerpunt; keer; wending; verandering; ommezwaai; ommekeer; kentering; spoel; werktuig om garen te winden; haspel; winding; winder; klos; richtingsverandering; omdraaiing; omwenteling; zwenking
- draaien; wenden; zwenken; keren; omdraaien; omwenden; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen; omkeren; iets omdraaien; omtrekken; vergrammen; verbitteren; kenteren; omslaan; ombladeren; tollen; rondtollen; afslaan
-
Wiktionary:
- turn → draaien, afslaan, worden, zich keren tegen, verkleuren, keren, afbuigen, raken
- turn → draai, bocht, omwenteling, winding, beurt, rondgang
- turn → ommekeer, omdraaien, worden, zullen, gaan, kenmerken, kenschetsen, kentekenen, markeren, tekenen, merken, stempeln, kenteren, veranderen, verkeren, vermaken, wisselen, houw, klap, schop, slag, stoot, tik, klets, klop, veeg, flap, mep, ontvolken, afslaan, afwijken, kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen, draaien, keren, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, heruitzenden, mengen, mixen, temperen, vermengen, verwarren, wassen, aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen, endosseren, gireren
Engels
Uitgebreide vertaling voor turn (Engels) in het Nederlands
turn:
-
the turn (game; round; go)
-
the turn (bend; curve)
-
the turn (turning-point; change; crisis; state of emergency; emergency situation)
-
the turn (change)
-
the turn (winder; coil; reel; spool; winding; bobbin; roll)
-
the turn (swerve; change)
-
the turn (rotation; inversion)
-
the turn (revolution; rotation; orbit)
de omwenteling -
the turn (swerve; curve)
-
to turn (swing; veer)
-
to turn (turn around)
-
to turn
-
to turn
-
to turn (roll; rotate; revolve; whirl; swing around; twist)
-
to turn (reverse; shift; swing around; twist)
-
to turn (outflank; round)
-
to turn (embitter; sour)
-
to turn (shift)
-
to turn (page over; overturn)
-
to turn (spin; spin round; twirl; swirl; whirl)
-
to turn
– change orientation or direction, also in the abstract sense 1
Conjugations for turn:
present
- turn
- turn
- turns
- turn
- turn
- turn
simple past
- turned
- turned
- turned
- turned
- turned
- turned
present perfect
- have turned
- have turned
- has turned
- have turned
- have turned
- have turned
past continuous
- was turning
- were turning
- was turning
- were turning
- were turning
- were turning
future
- shall turn
- will turn
- will turn
- shall turn
- will turn
- will turn
continuous present
- am turning
- are turning
- is turning
- are turning
- are turning
- are turning
subjunctive
- be turned
- be turned
- be turned
- be turned
- be turned
- be turned
diverse
- turn!
- let's turn!
- turned
- turning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor turn:
Verwante woorden van "turn":
Synoniemen voor "turn":
Antoniemen van "turn":
Verwante definities voor "turn":
Wiktionary: turn
turn
Cross Translation:
verb
turn
-
move around an axis through itself
- turn → draaien
-
change the direction or orientation of (something)
- turn → draaien
-
change one's direction of travel
- turn → afslaan
-
become
- turn → worden
-
rebel
- turn → zich keren tegen
-
of leaves, to change color in autumn
- turn → verkleuren
-
-
- turn → keren
verb
-
van richting veranderen
-
de andere zijde toewenden
-
in een bepaalde toestand of situatie komen
Cross Translation: