Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
proficiency:
-
Wiktionary:
proficiency → competentie
proficiency → kenvermogen, kennis, kunde, medeweten, verstand, weten, wetenschap, kennen, besef, bewustzijn, bezinning, bekendheid, bekende, relatie - Gebruikers suggesties voor proficiency:
bekwaamheid, vaardigheid -
Synoniemen voor "proficiency":
competence; competency
technique; skillfulness
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor proficiency (Engels) in het Nederlands
proficiency:
Vertaal Matrix voor proficiency:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | technique |
Synoniemen voor "proficiency":
Verwante definities voor "proficiency":
Wiktionary: proficiency
proficiency
Cross Translation:
noun
-
ability or skill
- proficiency → competentie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• proficiency | → kenvermogen; kennis; kunde; medeweten; verstand; weten; wetenschap; kennen; besef; bewustzijn; bezinning; bekendheid; bekende; relatie | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |