Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- male:
-
Wiktionary:
- male → mannetjesplant, mannetje, mannetjesdier, jongen, man
- male → mannelijk, masculien
- male → man, manspersoon, vent, kerel, manmens, gozer, gast
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- mal:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor male (Engels) in het Nederlands
male:
-
the male (man)
– a person who belongs to the sex that cannot have babies 1 -
the male
– an animal that produces gametes (spermatozoa) that can fertilize female gametes (ova) 1
-
male (confidant)
Vertaal Matrix voor male:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kerel | male; man | bloke; buster; chap; cove; dude; fellow; gent; lad; man; mister; type |
man | male; man | bloke; chap; companion; cove; fellow; gent; husband; life companion; man; mister; partner; spouse; type |
mannetje | male | |
mannetjesdier | male | |
manspersoon | male; man | |
vent | male; man | bloke; chap; cove; fellow; gent; guy; lad; man; mister; type |
vertrouwenspersoon | confidant; male | confidante; female |
- | male person | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mannelijk | male; masculine; virile | |
potent | male; masculine; virile | |
viriel | male; masculine; virile | |
- | manful; manlike; manly; virile |
Verwante woorden van "male":
Synoniemen voor "male":
Antoniemen van "male":
Verwante definities voor "male":
Wiktionary: male
male
Cross Translation:
noun
-
plant of masculine sex
- male → mannetjesplant; mannetje
-
animal of masculine sex
- male → mannetjesdier; mannetje
-
human of masculine sex or gender
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• male | → man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast | ↔ mâle — homme dans l’espèce humaine. |
Male:
Verwante definities voor "Male":
Verwante vertalingen van male
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor male (Nederlands) in het Engels
male vorm van mal:
-
mal (maf; vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; typisch)
weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad-
weird bijvoeglijk naamwoord
-
ridiculous bijvoeglijk naamwoord
-
muzzy bijvoeglijk naamwoord
-
foolish bijvoeglijk naamwoord
-
odd bijvoeglijk naamwoord
-
silly bijvoeglijk naamwoord
-
insane bijvoeglijk naamwoord
-
mixed up bijvoeglijk naamwoord
-
daft bijvoeglijk naamwoord
-
crazy bijvoeglijk naamwoord
-
funny bijvoeglijk naamwoord
-
idiotic bijvoeglijk naamwoord
-
stupid bijvoeglijk naamwoord
-
mad bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal (krankjorum; mesjogge; getikt; kierewiet; maf; geschift; knots; hoorndol)
loony; potty; crazy; foolish; stark raving mad; stark staring mad; silly; stupid; nuts; stark mad-
loony bijvoeglijk naamwoord
-
potty bijvoeglijk naamwoord
-
crazy bijvoeglijk naamwoord
-
foolish bijvoeglijk naamwoord
-
stark raving mad bijvoeglijk naamwoord
-
stark staring mad bijvoeglijk naamwoord
-
silly bijvoeglijk naamwoord
-
stupid bijvoeglijk naamwoord
-
nuts bijvoeglijk naamwoord
-
stark mad bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mal:
Verwante woorden van "mal":
Wiktionary: mal
mal
Cross Translation:
adjective
mal
-
blijk gevend van gebrek aan gezond verstand
- mal → silly
noun
-
hollow form or matrix for shaping a fluid or plastic substance
-
device for cutting into a specified shape
-
mould used to make cast objects
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mal | → ridiculous; farcical; laughable; risible; silly; ludicrous | ↔ ridicule — Qui est digne de risée ou de moquerie. |