Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- flex:
-
Wiktionary:
- flex → plooien, samentrekken, buigen
- flex → buigen, plooien, plooibaarheid, flexibiliteit, buigbaarheid, snoer
- flex → verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken
Engels
Uitgebreide vertaling voor flex (Engels) in het Nederlands
flex:
-
the flex
Vertaal Matrix voor flex:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elektriciteitsdraad | flex | |
snoer | flex | chain; chainlet; circlet; ring; row |
snoertje | flex | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bend; deform; turn; twist |
Verwante woorden van "flex":
Synoniemen voor "flex":
Antoniemen van "flex":
Verwante definities voor "flex":
Wiktionary: flex
flex
Cross Translation:
verb
flex
-
to repeatedly bend one's joints
- flex → plooien
-
to move part of the body using one's muscles
- flex → plooien
-
to tighten one's muscles
- flex → samentrekken
-
to bend something
-
the act of flexing
-
flexibility
- flex → plooibaarheid; flexibiliteit; buigbaarheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flex | → verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen; nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken | ↔ bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler. |