Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- excuse:
-
Wiktionary:
- excuse → excuus, uitvlucht, aangrijpingspunt
- excuse → goedpraten, verontschuldigen, excuseren, vergeven
- excuse → voorwendsel, verontschuldigen, vergeven, ontslaan, vrijstellen, uitzonderen, distribueren, rondbrengen, verdelen, ronddelen, rondgeven, uitdelen, uitreiken, excuus, excuseren, verschonen, billijken, in het gelijk stellen, rechtvaardigen, begenadigen, dekmantel, voorwaarde, smoes, pretext
Engels
Uitgebreide vertaling voor excuse (Engels) in het Nederlands
excuse:
-
the excuse (sham; story)
-
the excuse (apology; justification; vindication; thinking up a story; weathering)
-
the excuse (apology)
-
the excuse (forgiveness; mercy; grace; remission; forgivingness; pardon)
-
the excuse (poor excuse)
-
the excuse (smooth over)
-
to excuse (apologize; pardon; apologise)
excuses aanbieden; verontschuldigen; excuseren-
excuses aanbieden werkwoord (bied excuses aan, biedt excuses aan, bood excuses aan, boden excuses aan, excuses aangeboden)
-
verontschuldigen werkwoord (verontschuldig, verontschuldigt, verontschuldigde, verontschuldigden, verontschuldigd)
-
-
to excuse (forgive)
-
to excuse (forgive; pardon; give away; misdeal)
vergeven; vergiffenis schenken-
vergiffenis schenken werkwoord (schenk vergiffenis, schenkt vergiffenis, schonk vergiffenis, schonken vergiffenis, vergiffenis geschonken)
-
to excuse (smooth over; extenuate; palliate)
Conjugations for excuse:
present
- excuse
- excuse
- excuses
- excuse
- excuse
- excuse
simple past
- excused
- excused
- excused
- excused
- excused
- excused
present perfect
- have excused
- have excused
- has excused
- have excused
- have excused
- have excused
past continuous
- was excusing
- were excusing
- was excusing
- were excusing
- were excusing
- were excusing
future
- shall excuse
- will excuse
- will excuse
- shall excuse
- will excuse
- will excuse
continuous present
- am excusing
- are excusing
- is excusing
- are excusing
- are excusing
- are excusing
subjunctive
- be excused
- be excused
- be excused
- be excused
- be excused
- be excused
diverse
- excuse!
- let's excuse!
- excused
- excusing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor excuse:
Verwante woorden van "excuse":
Synoniemen voor "excuse":
Verwante definities voor "excuse":
Wiktionary: excuse
excuse
Cross Translation:
noun
verb
excuse
-
explain with the aim of alleviating guilt or negative judgement
- excuse → goedpraten
-
allow to leave
- excuse → verontschuldigen; excuseren
-
forgive, pardon
noun
-
iets dat als basis dient
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: