Engels

Uitgebreide vertaling voor distribute (Engels) in het Nederlands

distribute:

to distribute werkwoord (distributes, distributed, distributing)

  1. to distribute (hand out; ration)
    distribueren; verdelen; uitreiken; ronddelen
    • distribueren werkwoord (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
    • verdelen werkwoord (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • uitreiken werkwoord (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • ronddelen werkwoord (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
  2. to distribute (hand round; hand out; confer; )
    verdelen; ronddelen; uitreiken; uitdelen; rondgeven; rondreiken
    • verdelen werkwoord (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • ronddelen werkwoord (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
    • uitreiken werkwoord (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • uitdelen werkwoord (deel uit, deelt uit, deelde uit, deelden uit, uitgedeeld)
    • rondgeven werkwoord (geef rond, geeft rond, gaf rond, gaven rond, rondgegeven)
    • rondreiken werkwoord (reik rond, reikt rond, reikte rond, reikten rond, rondgereikt)
  3. to distribute
    – To allocate among locations or facilities, as in a data-processing function that is performed by a collection of computers and other devices linked together by a network. 1
    verdelen; distribueren
    • verdelen werkwoord (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • distribueren werkwoord (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)

Conjugations for distribute:

present
  1. distribute
  2. distribute
  3. distributes
  4. distribute
  5. distribute
  6. distribute
simple past
  1. distributed
  2. distributed
  3. distributed
  4. distributed
  5. distributed
  6. distributed
present perfect
  1. have distributed
  2. have distributed
  3. has distributed
  4. have distributed
  5. have distributed
  6. have distributed
past continuous
  1. was distributing
  2. were distributing
  3. was distributing
  4. were distributing
  5. were distributing
  6. were distributing
future
  1. shall distribute
  2. will distribute
  3. will distribute
  4. shall distribute
  5. will distribute
  6. will distribute
continuous present
  1. am distributing
  2. are distributing
  3. is distributing
  4. are distributing
  5. are distributing
  6. are distributing
subjunctive
  1. be distributed
  2. be distributed
  3. be distributed
  4. be distributed
  5. be distributed
  6. be distributed
diverse
  1. distribute!
  2. let's distribute!
  3. distributed
  4. distributing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor distribute:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distribueren distribute; hand out; ration put on rations; ration
ronddelen confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around; ration
rondgeven confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around
rondreiken confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around
uitdelen confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around treat
uitreiken confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around; ration
verdelen confer; dish out; distribute; dole out; give out; hand out; hand round; parcel out; pass around; ration divide; lot; parcel out
- circulate; give out; hand out; pass around; pass on; pass out; spread; stagger
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- exchange; portion out

Verwante woorden van "distribute":

  • redistribute, distributing, distributable, distributed, distributive, distribution

Synoniemen voor "distribute":


Antoniemen van "distribute":


Verwante definities voor "distribute":

  1. distribute or disperse widely2
  2. to arrange in a systematic order2
  3. cause be distributed2
  4. give to several people2
  5. make available2
    • The publisher wants to distribute the book in Asia2
  6. be mathematically distributive2
  7. be distributed or spread, as in statistical analyses2
    • Values distribute2
  8. spread throughout a given area2
    • the function distributes the values evenly2
  9. To allocate among locations or facilities, as in a data-processing function that is performed by a collection of computers and other devices linked together by a network.1
  10. To move three or more objects so that there is an equal amount of space between them.1

Wiktionary: distribute

distribute
verb
  1. to classify or separate into categories
  2. to scatter or spread
  3. to apportion
  4. to supply to retail outlets
  5. to divide into portions and dispense
distribute
verb
  1. meerdere personen ergens op trakteren

Cross Translation:
FromToVia
distribute ontslaan; vrijstellen; uitzonderen; distribueren; rondbrengen; verdelen; ronddelen; rondgeven; uitdelen; uitreiken dispenserexempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
distribute distribueren; rondbrengen; verdelen; ronddelen; rondgeven; uitdelen; uitreiken distribuerrépartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits.
distribute quotiseren; distribueren; rondbrengen; verdelen répartirpartager, distribuer, attribuer à chacun sa part.