Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: chime

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: chime

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

chime:
- luiden; beieren
Wiktionary:
- chime → klok
- chime → slaan
- chime → klok, kletteren, klingelen, rinkelen, tingelen, aflopen, beieren, galmen, kleppen, luiden, schalmen, overgaan

Engels

Uitgebreide vertaling voor chime (Engels) in het Nederlands

chime:

to chime werkwoord (chimes, chimed, chiming)

to chime (sound; ring)

– emit a sound ¹
luiden
– een helder klinkend geluid laten horen ²
- luiden werkwoord (luid, luidt, luidde, luidden, geluid)
  - de klok luidt²
beieren
- beieren werkwoord (beier, beiert, beierde, beierden, gebeierd)

Conjugations for chime:

present

chime
chime
chimes
chime
chime
chime

simple past

chimed
chimed
chimed
chimed
chimed
chimed

present perfect

have chimed
have chimed
has chimed
have chimed
have chimed
have chimed

past continuous

was chiming
were chiming
was chiming
were chiming
were chiming
were chiming

future

shall chime
will chime
will chime
shall chime
will chime
will chime

continuous present

am chiming
are chiming
is chiming
are chiming
are chiming
are chiming

subjunctive

be chimed
be chimed
be chimed
be chimed
be chimed
be chimed

diverse

chime!
let's chime!
chimed
chiming

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor chime:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bell; gong
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beieren	chime; ring; sound
luiden	chime; ring; sound	brush against; bump against; call; give a sound; ring; sound; tinkle; toll

Verwante woorden van "chime":

chiming, chimer

Synoniemen voor "chime":

bell; gong; percussion instrument; percussive instrument
sound; go; chime in

Verwante definities voor "chime":

a percussion instrument consisting of a set of tuned bells that are struck with a hammer; used as an orchestral instrument¹
emit a sound¹
- bells and gongs chimed¹

Wiktionary: chime

chime

noun

musical instrument
- chime → klok

chime

verb

het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan
- slaan → toll; chime

Cross Translation:

From	To	Via
• chime	→ klok	↔ carillon — Réunion de cloches accordées à différents tons
• chime	→ kletteren; klingelen; rinkelen; tingelen; aflopen; beieren; galmen; kleppen; luiden; schalmen; overgaan	↔ tinter — faire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté.