Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. an:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor an (Engels) in het Nederlands

an:

an

  1. an (one; single; a)
    een; eentje
    • een bijvoeglijk naamwoord
    • eentje bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor an:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een a; an; one; single 1; ane; i; one
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eentje a; an; one; single

Synoniemen voor "an":

  • Associate in Nursing; AN; associate degree; associate

Wiktionary: an

an
article
  1. indefinite article

Cross Translation:
FromToVia
an een einunbestimmter Artikel des Maskulinums im Nominativ
an een ein — unbestimmter Artikel des Neutrums im Nominativ
an overweg komen; met verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben
an tekenen; ondertekenen; inschrijven; intekenen; plaatsen zeichnen — (transitiv) unterzeichnen
an aan; aangaande; betreffende; bij; met; over; van; in; jegens; om; op; te; tot; voor; binnen; per; naar; tegen enTraductions à trier suivant le sens
an een; 'n un — Déterminant placé devant un nom.

AN:


Vertaal Matrix voor AN:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Associate in Nursing

Verwante definities voor "AN":

  1. an associate degree in nursing1

Verwante vertalingen van an