Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor wrong (Engels) in het Nederlands

wrong:

wrong bijvoeglijk naamwoord

  1. wrong (inaccurate; incorrect; faulty; )
    verkeerd; foutief; ten onrechte; fout; onjuist; ernaast; onwaar; mis
  2. wrong
    abuis
    • abuis bijvoeglijk naamwoord
  3. wrong
    abusief
  4. wrong (mistaken; higgledy-piggledy; jumbled; disordered)
    doorelkaar; in de war

wrong [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wrong
    het ongelijk; het onrecht
    • ongelijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onrecht [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the wrong
    verkeerde
  3. the wrong (injustice; iniquity)
    de onrechtvaardigheid; het onrecht; de onbillijkheid; de ongerechtigheid

Vertaal Matrix voor wrong:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuis blunder; error; fault; flaw; incorrectness; mistake; oversight; slip
fout blunder; bug; defect; error; failure; fault; flaw; incorrectness; machine defect; miscalculation; miss; mistake; oversight; slip
mis Mass; mass; service; worship
onbillijkheid iniquity; injustice; wrong
ongelijk wrong
ongerechtigheid iniquity; injustice; wrong
onrecht iniquity; injustice; wrong
onrechtvaardigheid iniquity; injustice; wrong
verkeerde wrong
- damage; legal injury; wrongfulness
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuis wrong
abusief wrong
fout amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
foutief amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
mis amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
onjuist amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
onwaar amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy
verkeerd amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly all wrong; contrarily; erroneously; ill; improper; inappropriate; indelicat; mistakenly; out of place; rude; tactless; through an oversight; uncalled for; unseemly; unsuitable
- amiss; awry; faulty; haywire; ill-timed; improper; incorrect; unseasonable; untimely
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ernaast amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly adjacent to it; beside it; next to it
- incorrectly; wrongly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- injure
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorelkaar disordered; higgledy-piggledy; jumbled; mistaken; wrong
in de war disordered; higgledy-piggledy; jumbled; mistaken; wrong bewildered; chaotic; confused; diffuse; disconcerted; disordered; flustered; in disorder; mentally confused
ten onrechte amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly erroneously; falsely; mistakenly; through an oversight

Verwante woorden van "wrong":


Synoniemen voor "wrong":


Antoniemen van "wrong":


Verwante definities voor "wrong":

  1. characterized by errors; not agreeing with a model or not following established rules1
  2. not appropriate for a purpose or occasion1
    • said all the wrong things1
  3. not correct; not in conformity with fact or truth1
    • the report in the paper is wrong1
    • your information is wrong1
    • the clock showed the wrong time1
    • found themselves on the wrong road1
    • based on the wrong assumptions1
  4. based on or acting or judging in error1
    • it is wrong to think that way1
  5. not functioning properly1
    • something is wrong with the engine1
  6. badly timed1
    • it was the wrong moment for a joke1
  7. used of the side of cloth or clothing intended to face inward1
    • socks worn wrong side out1
  8. not in accord with established usage or procedure1
    • the wrong medicine1
    • the wrong way to shuck clams1
  9. contrary to conscience or morality or law1
    • it is wrong for the rich to take advantage of the poor1
    • cheating is wrong1
    • it is wrong to lie1
  10. in an inaccurate manner1
    • she guessed wrong1
  11. any harm or injury resulting from a violation of a legal right1
  12. that which is contrary to the principles of justice or law1
    • he feels that you are in the wrong1
  13. treat unjustly; do wrong to1

Wiktionary: wrong

wrong
adjective
  1. incorrect
  2. immoral
  3. improper
  4. not working
adverb
  1. done incorrectly
noun
  1. something immoral
  2. opposite of right
verb
  1. to treat unjustly
  2. to slander or impute evil

Cross Translation:
FromToVia
wrong verkeerd; fout falsch — unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders
wrong onrechtvaardig; onredelijk injuste — Qui n’a pas de justice, qui agir contre les règles de la justice.
wrong pijn mal — (religion) Ce qui refuser par une doctrine, un dogme religieux.
wrong slecht; verkeerd; beroerd; kwaad; kwalijk mauvaisdéfavorable ; qui cause une impression défavorable.
wrong beledigen; grieven; krenken; verongelijken offenseroutrager quelqu’un par une offense.
wrong ongelijk tort — État de celui qui n’a pas le droit, la raison de son côté. (Sens général).

User Translations:
Word Translation Votes
wrong foutieve 8

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van wrong



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrong (Nederlands) in het Engels

wrong:

wrong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wrong (knoedel; vlecht; kluwen; )
    the knot; the bun; the knot of hair
    • knot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bun [the ~] zelfstandig naamwoord
    • knot of hair [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wrong:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bun haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; knotje haar; toet
knot haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; schuifknoop; streng garen; strik
knot of hair haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong pluk haar; toet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knot aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden

Verwante woorden van "wrong":

  • wrongen

Wiktionary: wrong

wrong
noun
  1. heraldry: support of a crest
past
  1. past tense of wring

Cross Translation:
FromToVia
wrong bun; chignon chignon — coiffure|fr partie de la coiffure des femmes que former les cheveux relevés et noués par derrière.

wrong vorm van wringen:

wringen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. wringen (gewring)
    the wringing
    • wringing [the ~] zelfstandig naamwoord

wringen werkwoord (wring, wringt, wrong, wrongen, gewrongen)

  1. wringen (uitwringen)
    to wrench; to wring out
    • wrench werkwoord (wrenches, wrenched, wrenching)
    • wring out werkwoord (wrings out, wrung out, wringing out)

Conjugations for wringen:

o.t.t.
  1. wring
  2. wringt
  3. wringt
  4. wringen
  5. wringen
  6. wringen
o.v.t.
  1. wrong
  2. wrong
  3. wrong
  4. wrongen
  5. wrongen
  6. wrongen
v.t.t.
  1. heb gewrongen
  2. hebt gewrongen
  3. heeft gewrongen
  4. hebben gewrongen
  5. hebben gewrongen
  6. hebben gewrongen
v.v.t.
  1. had gewrongen
  2. had gewrongen
  3. had gewrongen
  4. hadden gewrongen
  5. hadden gewrongen
  6. hadden gewrongen
o.t.t.t.
  1. zal wringen
  2. zult wringen
  3. zal wringen
  4. zullen wringen
  5. zullen wringen
  6. zullen wringen
o.v.t.t.
  1. zou wringen
  2. zou wringen
  3. zou wringen
  4. zouden wringen
  5. zouden wringen
  6. zouden wringen
diversen
  1. wring!
  2. wringt!
  3. gewrongen
  4. wringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wrench sleutel; tool
wringing gewring; wringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wrench uitwringen; wringen ontwrichten; verstuiken; verzwikken; wriggelen; wrikken; zich wringen; zwikken
wring out uitwringen; wringen

Wiktionary: wringen

wringen
verb
  1. twist one’s body with snakelike motion
  2. to hold tightly and press or twist
  3. -
  4. to twist

Cross Translation:
FromToVia
wringen wring wringen — in einer Drehbewegung verzwängen, insbesondere um Feuchtigkeit aus einem Gewebe zu drücken
wringen contort; twist; wring; distort; wrench; wrick; sprain; mangle; warp; wrest tordre — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: