Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bait:
-
Wiktionary:
- bait → aantrekken, lokken, sarren, treiteren
- bait → lokaas, aas
- bait → strikken, lokaas, attractie, trekpleister, aantrekkelijkheid, charmes
Engels
Uitgebreide vertaling voor bait (Engels) in het Nederlands
bait:
-
the bait (enticement; lure)
-
the bait (fish-bait)
-
the bait (decoy; stool pigeon; call bird)
-
to bait (provoke; give rise to; badger; needle)
aanleiding geven tot; provoceren; uitlokken; ophitsen; uitdagen-
aanleiding geven tot werkwoord (geef aanleiding tot, geeft aanleiding tot, gaf aanleiding tot, gaven aanleiding tot, aanleiding gegeven tot)
-
-
to bait (stir up; instigate; incite)
-
to bait (incite; instigate; stir up)
-
to bait (hunt; catch; dart; snare)
Conjugations for bait:
present
- bait
- bait
- baits
- bait
- bait
- bait
simple past
- baited
- baited
- baited
- baited
- baited
- baited
present perfect
- have baited
- have baited
- has baited
- have baited
- have baited
- have baited
past continuous
- was baiting
- were baiting
- was baiting
- were baiting
- were baiting
- were baiting
future
- shall bait
- will bait
- will bait
- shall bait
- will bait
- will bait
continuous present
- am baiting
- are baiting
- is baiting
- are baiting
- are baiting
- are baiting
subjunctive
- be baited
- be baited
- be baited
- be baited
- be baited
- be baited
diverse
- bait!
- let's bait!
- baited
- baiting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor bait:
Verwante woorden van "bait":
Synoniemen voor "bait":
Verwante definities voor "bait":
Wiktionary: bait
bait
Cross Translation:
verb
bait
-
to attract with bait
- bait → aantrekken; lokken
noun
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bait | → strikken | ↔ ködern — jemanden oder ein Tier anlocken, in eine Falle locken |
• bait | → lokaas; attractie; trekpleister; aantrekkelijkheid; charmes | ↔ appât — Traductions à trier suivant le sens |