Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: rhetoric

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: rhetoric

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

rhetoric:
- retoriek; retorica; redekunst
Wiktionary:
- rhetoric → redekunde, retorica, retoriek
- rhetoric → Dooddoener, retorica, welsprekendheid

Engels

Uitgebreide vertaling voor rhetoric (Engels) in het Nederlands

rhetoric:

rhetoric [the ~] zelfstandig naamwoord

the rhetoric
de retoriek; de retorica; de redekunst
- retoriek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- retorica [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- redekunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rhetoric:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
redekunst	rhetoric
retorica	rhetoric
retoriek	rhetoric
-	empty talk; empty words; grandiloquence; grandiosity; hot air; magniloquence; ornateness; palaver

Synoniemen voor "rhetoric":

expressive style; style
grandiosity; magniloquence; ornateness; grandiloquence
palaver; hot air; empty words; empty talk; nonsense; bunk; nonsensicality; meaninglessness; hokum
literary study

Verwante definities voor "rhetoric":

study of the technique and rules for using language effectively (especially in public speaking)¹
loud and confused and empty talk¹
- mere rhetoric¹
high-flown style; excessive use of verbal ornamentation¹
using language effectively to please or persuade¹

Wiktionary: rhetoric

rhetoric

noun

art of using language for persuasion
- rhetoric → redekunde; retorica; retoriek

Cross Translation:

From	To	Via
• rhetoric	→ Dooddoener	↔ Floskel — formelhafte Redewendung oder nichts sagende (inhaltsarme) Worte
• rhetoric	→ retorica; welsprekendheid	↔ rhétorique — science (au sens d’étude structurée) et art (au sens de pratique reposant sur un savoir éprouvé) qui se rapporte à l’action du discours sur les esprits.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van rhetoric

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University