Monotony: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

monotony:
- eenheid; uniformiteit; gelijkvormigheid; eenvormigheid; monotonie; saaiheid; eentonigheid; somberheid; grauwheid; kleurloosheid; grijsheid; grauwte
Wiktionary:
- monotony → eentonigheid, saaiheid
- monotony → eentonigheid

Engels

Uitgebreide vertaling voor monotony (Engels) in het Nederlands

the monotony (uniformity; unity; unit)
de eenheid; de uniformiteit; de gelijkvormigheid; de eenvormigheid
- eenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uniformiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gelijkvormigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eenvormigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the monotony (uniformity; dullness; boredom; paleness; sameness; sallowness; blandness; drabness)
de uniformiteit; de monotonie; de saaiheid; de eentonigheid; de eenvormigheid
- uniformiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- monotonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- saaiheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eentonigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eenvormigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the monotony (uniformity)
de uniformiteit; de monotonie
- uniformiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- monotonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the monotony (greyness; dullness; achromatism; achromaticity)
de somberheid; de grauwheid; de kleurloosheid; de grijsheid; grauwte
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleurloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grijsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwte [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eenheid	monotony; uniformity; unit; unity	army unit; completeness; fullness; unit
eentonigheid	blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
eenvormigheid	blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity; unit; unity
gelijkvormigheid	monotony; uniformity; unit; unity
grauwheid	achromaticity; achromatism; dullness; greyness; monotony	blandness; bleakness; drabness; dullness
grauwte	achromaticity; achromatism; dullness; greyness; monotony
grijsheid	achromaticity; achromatism; dullness; greyness; monotony	greyness
kleurloosheid	achromaticity; achromatism; dullness; greyness; monotony	blandness; bleakness; drabness; dullness
monotonie	blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
saaiheid	blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
somberheid	achromaticity; achromatism; dullness; greyness; monotony	blandness; bleakness; dejectedness; dejection; depression; depression of spirits; despondency; drabness; dullness; gloom; melancholy; somberness; sombreness
uniformiteit	blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity; unit; unity	oneness; uniformity
-	humdrum; sameness

constancy of tone or pitch or inflection¹
the quality of wearisome constancy, routine, and lack of variety¹
- he had never grown accustomed to the monotony of his work¹

monotony

noun

monotony

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• monotony	→ eentonigheid	↔ monotonie — caractère de ce qui est monotone.